Deze namiddag behandelde de Commissie Reglement en Samenwerking van het Vlaams Parlement het voorstel van Vlaams Volksvertegenwoordiger Filip Dewinter voor een verbod op het dragen van ostentatief zichtbare religieuze en/of politieke symbolen door zowel politieke medewerkers, personeelsleden en bezoekers in de gebouwen van het Vlaams Parlement.
Filip Dewinter stelde tot zijn verbazing vast dat het precies N-VA-parlementsvoorzitter Jan Peumans was die zijn voorstel tot wijziging van het reglement van het Vlaams Parlement het zwaarst bekritiseerde. De N-VA vertegenwoordigers hadden ook geen oren naar het voorstel van Open VLD om de behandeling van het voorstel van het Vlaams Belang uit te stellen en op basis van het Kamerreglement tot een verbod te komen.
Het voorstel tot uitstel werd met 9 (CD&V, SP.A., Groen en N-VA) tegen 5 ( Vlaams Belang, Open VLD, LDD) verworpen waarna het voorstel zelf uiteindelijk eveneens werd weggestemd met 9 (CD&V, SP.A, Groen, N-VA èn Open VLD) tegen 2 (VB) en 1 onthouding (LDD).
De negatieve houding van de N-VA omtrent een hoofddoekenverbod in de gebouwen van het Vlaams Parlement staat in schril contrast met het luid uitgebazuinde standpunt ter zake dat begin maart door N-VA-Kamerlid Zuhal Demir werd verspreid. Niet langer dan twee maanden geleden pleitte deze voor een verbod rond het dragen van de hoofddoek in het federaal parlement door politieke medewerkers. De N-VA kondigde toen aan om een hoofddoekenverbod in het federaal parlement dat de Franstalige liberalen willen invoeren te steunen en dit zelfs “zowel voor parlementsleden als hun medewerkers“.
De N-VA bewijst met haar houding in het Vlaams Parlement in het maatschappelijk debat rond inburgering en integratie andermaal haar ongeloofwaardigheid !