Massale immigratie is oorzaak van stijgende armoede
Armoedebestrijding is al jaren een prioritair thema op alle overheidsniveaus in ons land, ook in Antwerpen, en toch wil het blijkbaar niet lukken om de armoede efficiënt te bestrijden. De acties van de afgelopen maanden van diverse organisaties die met armoede bezig zijn, bewijst dat nog maar eens. Wat is er dan mis? Waarom krijgen we geen greep op de armoede?
De belangrijkste oorzaak van de stijging van de armoede in ons land en meer bepaald in onze stad is dat we nu al decennia massaal via een lakse asiel- en immigratiewetgeving armoede uit de derde wereld importeren. 46% van de OCMW-klanten is nu al asielzoeker, geregulariseerd of via gezinshereniging in ons land toegekomen. De stijging van de armoede loopt parallel met de stijging van de immigratie, met de stijging van het aantal asielzoekers en geregulariseerden. Dat belangrijk aspect moet men onder ogen durven zien. Zolang de immigratiekraan wijd open blijft, zal de armoede proportioneel blijven stijgen met de immigratie. Slechts een zeer kleine minderheid van deze immigranten is hooggeschoold en bemiddeld. Een groot gedeelte geraakt nooit ingeburgerd in onze Westerse samenleving en blijft dan ook moeilijk inzetbaar op de arbeidsmarkt. De vraag is bovendien hoeveel laaggeschoolde werknemers uit derde wereldlanden we als stad van 480.000 inwoners nog kunnen tewerkstellen. Er werden de laatste jaren in Antwerpen alleen al duizenden sociale tewerkstellingsplaatsen georganiseerd. 80% van de sociale tewerkstellingsplaatsen gaat naar allochtonen. Als de overheid toelaat en zelfs aanmoedigt dat er zich honderdduizenden arme mensen van vreemde origine in het land komen vestigen, moet de overheid ook de middelen voorzien om ze hier te huisvesten en tewerk te stellen. En dat lukt maar heel gedeeltelijk. Het is dweilen met de kraan open.
Meer aandacht voor senioren!
75% van het Antwerps OCMW-cliënteel is allochtoon. Dit is een zeer drastische wijziging ten opzichte van de OCMW-klant van pakweg tien jaar geleden. Toen telde Antwerpen om en bij de 11.000 steuntrekkers; slechts een kleine minderheid was allochtoon. Met de invoering van de Inkomensgarantie voor Ouderen is een heel pak ouderen uit het klantenbestand van het OCMW weggevallen. Die groep ouderen verdient echter – ook en zeker in het armoedebestrijdingsbeleid – prioritaire aandacht. Het is niet omdat ze geen klant meer zijn bij het OCMW, dat er geen armoede meer is, vereenzaming, verpaupering, marginalisering. Leef maar als eenzame, zieke oudere met 875 euro per maand in Antwerpen! Maar wat merkt men; hoe gemakkelijk projecten die kaderen in de beleidsdoelstelling ‘diversiteit’ opgestart worden, des te stroever er maatregelen ten voordele van kansarme ouderen wordt genomen. Het duurde jaren eer het succesvolle initiatief “Aandacht voor Senioren†vervangen werd door een traag startend initiatief dat zichzelf nog volledig moet bewijzen, en hoelang werd er getalmd om tot de aanwerving van seniorenconsulenten te komen. Hun taakinvulling is nog steeds niet duidelijk; de link naar armoedebestrijding bij ouderen nog minder. De beperkte aandacht voor de vergrijzingsproblematiek in het algemeen en de armoedebestrijding bij ouderen staat niet in verhouding met de overdreven aandacht die in deze stad besteed wordt aan diversiteit.
Alles is gericht op de allochtoon. Er is geen tijd meer voor de autochtone Antwerpse arme
Het Vlaams Belang wil nog even de aandacht vestigen op de autochtone kansarme, die kleine 20% OCMW-klanten van Antwerpse origine, die steeds meer in een minderheidspositie komen te staan. De hoge werkdruk in de Antwerpse sociale centra noopt de maatschappelijk werkers om minder tijd te besteden per dossier. De werkdruk zal volgend jaar met de nieuw geregulariseerden nog stijgen, ondanks de aanwerving van enkele nieuwe MA’s. MA’s hebben meer tijd per dossier nodig omwille van de gebrekkige kennis van de Nederlandse taal en van de leefgewoonten en de werking van onze instellingen. In de praktijk betekent dit ook minder tijd voor de arme Antwerpenaar die zich aanmeldt. Men behandelt hem of haar ook strenger dan enkele jaren geleden, er is voor die Antwerpenaar niet echt tijd meer voor maatwerk. De hulpverlening van het OCMW spitst zich steeds meer toe op de allochtone klant. In Antwerpen is er geen sprake meer van discriminatie van de allochtone behoeftige. Stilaan maar zeker is er sprake van discriminatie van de autochtone behoeftige die voortdurend moet knokken tegen een grote groep allochtonen aan wie steevast voorrang wordt verleend, inzake tewerkstelling, inzake huisvesting, inzake ondersteuning, inzake allerlei sociale projecten,… De vierde wereld heeft het nog moeilijker dan vroeger. De hulpverlening van het Antwerps OCMW – maar ook het ganse kansarmoedebeleid van de stad – richt zich steeds meer op de allochtone hulpvrager. Typerend is de uitnodiging voor de opening van Stekelbees, kinderopvangcentrum van het OCMW. Op de uitnodigingsbrief die rondgestuurd is, wordt zelfs niet meer de moeite gedaan om een autochtone Antwerps kindje met zijn moeder af te beelden.
Werk aan de winkel op elk beleidsniveau
Efficiënte armoedebestrijding kan alleen slagen als het gepaard gaat met een drastische beperking van de immigratie, met een verstrenging van de criteria voor gezinshereniging en huwelijksmigratie, met opgedreven inspanningen inzake inburgering. Werk aan de winkel ongetwijfeld voor het OCMW, dat best een kerntakendebat zou voeren om zelf efficiënter de armoede te kunnen bestrijden, voor het stadsbestuur – niet enkel het departement sociale zaken dient zich om de armoede te bekommeren, maar ook de andere departementen -, maar ook werk aan de winkel voor de parlementsleden onder de gemeenteraadsleden en in het bijzonder de ondertekenaars van de motie betreffende de armoedebestrijding in onze stad. Hier komen zeggen dat het anders en beter moet is slechts een eerste stap. In de parlementen zullen middelen moeten vrijgemaakt worden en zal de immigratie moeten aangepakt worden. Daar dienen Antwerpse initiatieven genomen te worden.