Olympische praktijk strookt niet met olympische gedachte.
Via een resolutie in de senaat dringt senator Anke Van dermeersch bij de federale overheid aan om een hardere politieke en economische lijn te voeren ten aanzien van de Volksrepubliek China, de Chinese democratische krachten actief te steunen en de Olympische Spelen van 2008 te boycotten.
In juli 2001 kende immers het Internationaal Olympisch Comité de organisatie van de Olympische Spelen toe aan de Volksrepubliek China (VRC). Deze beslissing is volledig te vergelijken met het toekennen van de Olympische Spelen van 1936 aan nazistisch Duitsland. Sindsdien wordt deze beslissing door mensenrechtenorganisaties gecontesteerd. Van het vooruitzicht dat — als gevolg van de toekenning — het regime in Peking de mensenrechten en de persvrijheid zou respecteren, rest niets meer. Erger nog, om geen « gezichtsverlies » te lijden tijdens de Spelen zelf, laat de VRC alle personen, die een gevaar zouden kunnen vormen voor de goede gang van zaken in cellen verdwijnen. De beslissing van het IOC heeft dus geleid naar nog meer repressie en onvrijheid in de VRC. Ondertussen wast Jacques Rogge, voorzitter van het IOC, zijn handen in onschuld en blijft — ondanks het luide verzoek tijdens de afgelopen jaren om de beslissing te herzien — bij zijn standpunt dat het moorddadige regime van de VRC, dat nu bijna zes decennia het eigen volk en andere volkeren brutaal onderdrukt, de Spelen verdient.
Na de val van de Qing-dynastie en de uitroeping van de republiek door Sun Yixian in 1911, dacht het Chinese volk een nieuwe toekomst tegemoet te treden. De jongste honderd jaar zijn echter uitgegroeid tot één van de meest donkere periodes uit de Chinese geschiedenis. Burgeroorlogen en de Japanse bezetting in de eerste helft van de vorige eeuw hebben het Chinese volk uitgeput. Maar het ergste moest nog komen. Het communistische regime dat in 1949 in Peking de macht heeft gegrepen, brengt het Chinese volk en de nationale minderheden die binnen de grenzen van de Chinese Volksrepubliek leven, reeds meer dan vijftig jaar onmenselijk leed toe. Waanzinnige campagnes en projecten hebben onder Mao Zedong tientallen miljoenen Chinezen het leven gekost.
Ook na de « wende » van Deng Xiaoping gaat de nachtmerrie voort. De universele rechten van de mens worden in de Volksrepubliek China op grote schaal met voeten getreden. Het communistisch regime ontzegt het Chinese volk de meest fundamentele rechten en vrijheden zoals het recht op vrije meningsuiting, het recht om zich te verenigen en om te vergaderen, de godsdienstvrijheid en de persvrijheid. Het recht op verdediging is in de Chinese volksrepubliek onbestaande.
Zo werden de arbeiders Wang Zhaoming en Pang Qingxiang na een staking in maart 2002, maandenlang geïnterneerd zonder vorm van proces. Nadat ze na hun vrijlating een advocaat hadden ingeschakeld om de staat aan te klagen, werden ze eind 2002 terug opgesloten wegens « subversieve acties ».
Nog steeds zitten studenten die de Tiananmen-slachting van juni 1989 hebben overleefd, opgesloten in de beruchte Laogai-concentratiekampen.
Gevangenen en miljoenen verpauperde boeren worden gedwongen ingezet in de moderne Chinese slaveneconomie. Arbeiders die zich willen verenigen in vrije vakbonden, worden in het Chinese « arbeidersparadijs » zonder vorm van proces opgesloten.
Stakingen worden manu militari gebroken.
De Gonganju, de Chinese staatsveiligheid, heeft, zoals de Stasi in de DDR of de Gestapo in Nazi-Duitsland, met haar spionagenet alle geledingen van de maatschappij in haar greep.
Minderheden, politieke oppositie en religieuze en filosofische groeperingen die de lijn van Peking niet volgen, worden meedogenloos vervolgd.
Het weinige historische erfgoed dat de Rode Gardes tijdens de Culturele Revolutie niet hebben vernietigd, wordt door de immobiliënbonzen van het communistische regime in sneltempo afgebroken om plaats te ruimen voor minderwaardige hoogbouw die blijft leegstaan. De Olympische Spelen van 2008 in Peking zijn een welgekomen aanleiding om de eeuwenoude historische wijken van deze stad te slopen. Ook worden naar aanloop van de Olympische Spelen meer en meer politieke dissidenten opgepakt en achter de tralies gezet.
Het Westen en de Belgische regering maken een grove fout als zij het Chinese volk en het regime in Peking als een harmonische eenheid zien. Dit is, zoals hierboven aangetoond, niet zo : het regime is dictatoriaal, niet verkozen en het onderdrukt het Chinese volk. Wie dit regime op welke manier ook legitimeert, maakt zich mee schuldig aan de onderdrukking van het Chinese volk. Terwijl het Chinese volk blijft lijden onder dit onmenselijk regime, bakt de Belgische regering zoete broodjes met de leiders van dit regime. De Belgische regering stimuleert politiek en financieel de zakelijke contacten met Chinese bedrijven, terwijl deze bedrijven eigendom zijn van Chinese partijbonzen en hun familieleden en enkel zij hiervan beter worden.
Via joint ventures verdwijnt Belgische knowhow in Chinese handen. Ondertussen overspoelen de sweatshops van de Chinese slaveneconomie ons land en het Westen met goedkope namaakartikelen, wat een deel van onze economie ontwricht.
Men kan niet anders dan besluiten dat de tot nu aangehouden Belgische en Europese politiek jegens de Volksrepubliek China heeft gefaald. Terwijl de Chinese leiders de mogelijkheden die zich sinds de Westerse economische opening twintig jaar geleden aanbieden, volledig benutten, blijft het regime in Peking Oost-Indisch doof voor de onvoorwaardelijke en occasionele vraag vanuit het Westen om een halt toe te roepen aan de schendingen van de rechten van het Chinese volk en van de minderheden binnen de grenzen van de Chinese Volksrepubliek.
Het Chinese volk, dat één vijfde van de wereldbevolking vormt, verlangt naar een rechtvaardig en democratisch staatssysteem. Enkel door niet meer in te gaan op de politieke en economische intimidaties van het regime in Peking kan de dictatuur, die het Chinese volk onderdrukt, worden vervangen.
Lees hier de bijlage.