Senaat stemt opnieuw een EU-wurgverdrag
Een recent grootschalig onderzoek toont aan dat er in Europa geen meerderheid meer is voor de overdracht van meer bevoegdheden aan de Europese Unie. Toch werd gisteren in de Senaat met een grote meerderheid opnieuw een verdrag goedgekeurd waarbij de lidstaten andermaal heel wat soevereiniteit overdragen aan de Europese Unie. Het toont nog maar eens aan hoe groot de kloof tussen de burger en de politiek is. Vlaamse Belang fractieleider Anke Van dermeersch kwam uitvoerig en heel kritisch tussen over deze nieuwe grote stap om van de EU een België in het groot te maken. Vanzelfsprekend stemde onze fractie tegen dit wurgverdrag, dat een nieuwe bouwsteen is op weg naar een verstikkende Europese superstaat.
Lees hier haar tussenkomst:
Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, en met de Notulen van het verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie, gedaan te Brussel op 2 maart 2012 (Stuk 5-1939)
Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). – Het stemt mij hoopvol dat er vandaag zo duchtig gediscussieerd wordt door de Franstalige partijen. Er is terecht veel animo rond het ontwerp dat voorligt. Ook ik maak mij daarbij een aantal bedenkingen.
Ik voel me gegijzeld door Europa. Ook de Franstalige partijen waarvan ik de uitgangspunten nochtans niet deel, hebben begrepen dat Europa ons oekazes oplegt. We kunnen het verdrag alleen maar goedkeuren of afwijzen. Wat aanpassen, dat kan niet. Bij de inschrijving van het verdrag in onze eigen wetgeving of bij de omzetting van het voorliggende intergouvernementeel verdrag in een Europees verdrag komt er misschien nog een grondig debat dat ons vandaag spijtig genoeg niet wordt gegund.
Ik zei het al, ik voel me gegijzeld door Europa. En blijkbaar ben ik niet alleen met dat gevoel. Sommigen gaan gewoon op het ja-knopje drukken en instemmen met het intergouvernementeel verdrag. Ze lijden onder het Stockholmsyndroom. Als gegijzelden koesteren ze sympathie voor hun gijzelnemers. Het troost me enigszins dat het probleem door sommigen wordt aangevoeld. Mijn partij is een pro-Europese partij, maar absoluut niet pro-Europese Unie. Wij voelen ons gegijzeld door de Europese Unie en haar grote bureaucratie.
Vandaag bespreken we het ontwerp houdende instemming met het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie, of het zogenaamde ‘Fiscal Compact’, de zoveelste stap naar een politieke unie, een totalitaire unie of een totale unie zoals ze dat bij de Europese instellingen in Brussel ook effectief noemen. Sommigen durven zelfs te spreken van de Verenigde Staten van Europa, een begrip dat duidelijk maakt waar men met Europa naartoe wil. Dat soort Unie moeten we op tijd kunnen tegenhouden, want ze is geldverslindend en absoluut niet goed voor landen als het onze. De vele Unies waarover men nu al spreekt, bewijzen dat. Denk maar aan de Economische en Monetaire Unie, de Bankenunie, de Belastingunie, de Sociale Unie, de Politieke Unie. Kortom, het regent unies in Europa. Welke Europeaan of Vlaming ziet het bos door de bomen nog? Overigens is er voor het huidige Europa maar één gepaste term, namelijk “de Schuldenunie”.
Als al die unies samen worden samengevoegd ontstaat de Totalitaire of Totale Unie, of nog anders gezegd de Verenigde Staten van Europa, een unie die elk aspect van ons leven gaat beheersen. Wat de islamitische sharia is voor de moslims, zal de totalitaire EU worden voor de Europeanen. Dat de EU onlangs beslist heeft dat in horecazaken bijvulbare flesjes olijfolie niet meer op tafel mogen komen, bewijst hoe ver de regelneverij en de bemoeienissen van die Europese Unie kunnen gaan. Blijkbaar vraagt niemand zich daarbij nog af of we dat soort zaken niet kunnen regelen op het nationale niveau. Niemand vraagt zich nog af waarom de Europese Unie zoveel te zeggen moet hebben, zelfs over flesjes olijfolie in onze horeca?
Zelfs de Belgicisten en de federalisten – de heer Delpérée noemde zich vandaag nog een Belgisch en Europees federalist – moeten beseffen dat ze niet alleen de parlementen van de deelstaten, maar ook hun zo geliefde federale parlement overbodig aan het maken zijn. Zoals uit verslagen van de Europese Unie blijkt, is subsidiariteit een van de meest misbruikte en meest uitgeholde woorden geworden in Europa. De subsidiariteit waarvoor ik pleit, namelijk het beslissen op het meest geëigende niveau, moet gehanteerd op het Europese niveau,zo bijvoorbeeld op het Vlaamse niveau, het niveau dus dat het dichtst bij de bevolking staat. In de Europese Unie heeft men de mond vol over subsidiariteit, maar het principe wordt in de praktijk niet toegepast. In de Europese Unie heeft de toepassing van de subsidiariteit geleid tot het niet meer respecteren van de subsidiariteit. Vanuit hun ivoren torens zeggen de Europese leiders dat wat ze zelf doen, beter doen. Dat blijkt helemaal niet. Wat we zien gebeuren in Europa, is niet wat wij willen dat gebeurt.
Collega’s,
Ik geloof in een verenigd Europa, maar niet in de huidige structuur van de Europese Unie, niet in een Verenigde Staten van Europa. Zolang Europa op mensenmaat was afgestemd, wat in het verleden het geval was, was het goed. Zolang het in Europa ging om intergouvernementele samenwerking, ging het goed, maar vandaag is dat niet meer het geval. Toen Europa nog steunde op een intergouvernementele samenwerking, was er wat ons betreft geen vuiltje aan de lucht. De Europese Unie heeft het supranationale niveau gecreëerd, dat inmiddels een eigen leven is gaan leiden. Dat supranationale niveau is een tussenvorm, een tussenfase, een vis-noch-vleessituatie die onmogelijk in stand kan worden gehouden. Daarom zijn telkens die aanpassingen vereist: eerst een Europese Faciliteit voor Financiële Stabiliteit (EFSF), dan het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en nu het voorliggende intergouvernementele verdrag dat nog meer bevoegdheden overdraagt aan een supranationaal niveau, de EU, om het geheel maar in evenwicht te kunnen houden.
De huidige vorm van Europa, namelijk de EU, is volgens mij inherent instabiel. We zouden moeten teruggaan naar een vrije Europese samenwerking op mensenmaat, die ook respect heeft voor de soevereiniteit, de democratie, de rechtsstaat en zeer zeker het subsidiariteitsbeginsel waarmee we zelf kunnen beslissen over aangelegenheden die belangrijk zijn voor wie in ons land leeft. Men kan ook kiezen voor een blind en onrealistisch maakbaarheidsdenken, wat de meerderheid helaas straks zal doen door het ontwerp goed te keuren. Dat is natuurlijk een verkeerde keuze.
De Europese Unie zal op lange termijn de Verenigde Staten van Europa creëren, waarbij een soort nieuw volk en een soort nieuwe staat zullen ontstaan. In de voorbije jaren is men erin geslaagd dat uiteindelijke doel verborgen te houden voor de Europese burgers. Die hebben nog steeds niet volledig door dat de Europese superstaat het einddoel is van de Europese Unie. Het is een natte droom van antinationalisten en Belgicisten, zoals Herman Van Rompuy. Die zei ooit “de EU terecht te zien als een dam tegen Vlaamse autonomie”. De evolutie is duidelijk merkbaar in de EU. Alle verantwoordelijkheid wordt overgeheveld naar de Europese Unie en Vlaanderen zal uiteindelijk niets meer te zeggen hebben op zijn eigen grondgebied. Het ultieme streefdoel van dat utopische maakbaarheidsdenken van links tot rechts, is de creatie van dat ene Europese volk, dat ene Europese rijk, met die ene Europese leider. Daarin kan ik me absoluut niet vinden. Achter dat project kan ik echt niet staan.
De goedkeuring van voorliggend intergouvernementeel verdrag is een volgende stap op die weg. Ik zie de toekomst helemaal anders. Ik kan dit verdrag dan ook niet goedkeuren, ook omdat ik weet dat de burger dat niet wil. Een recent onderzoek van het gerenommeerde Amerikaans onderzoeksbureau PEW toont aan dat nooit eerder zo weinig Europeanen vertrouwen hebben gehad in de Europese Unie. Dat voel ik trouwens ook aan bij een gesprekken met de man in de straat.
Uit dit onderzoek blijkt dat nog slechts 45 % een positief beeld heeft van de EU; de bankencrisis is uiteraard niet vreemd aan dat lage percentage. Slechts 28 % van de Europeanen denkt dat de Europese integratie de economie daadwerkelijk versterkt heeft. Er is een duidelijke trend sinds 2009, het jaar na de bankencrisis, die aantoont dat het deel van de bevolking dat voorstander is van meer Europese integratie, steeds verder daalt. Nochtans wordt de Europese gedachte er bij de bevolking als het ware ingelepeld: de EU geeft immers gigantische bedragen uit aan propaganda, zoals bijvoorbeeld onlangs ter gelegenheid van de zogenaamde Europadag die op 9 mei is gehouden.
Uit onderzoek van het Amerikaanse onderzoeksbureau PEW blijkt wel dat toch nog zo’n 60% van de Europeanen de euro wil behouden. Dat is niet zo verbazend: veel mensen denken immers dat als de euro verdwijnt, er opnieuw geld gewisseld moet worden als men op reis gaat. Ik begrijp dat dat aspect van de euro, dat het reizen aanzienlijk vergemakkelijkt heeft, ertoe leidt dat 60 % van de mensen de euro alsnog wil behouden. De nadruk ligt dan op de euro als betaalmiddel, maar de euro is natuurlijk ook een politiek instrument en veel mensen beseffen dat onvoldoende. Het politieke aspect van de euro is een antidemocratische manier om een terugkeer te vermijden naar de intergouvernementele unie die Europa oorspronkelijk was, en die in mijn ogen veel beter was. Om die reden wil men de euro niet los laten en moet hij te allen prijze gered worden. Het is immers de bedoeling om zo te komen tot de multiculturele Verenigde Staten van Europa. Eigenlijk zijn de lidstaten gegijzeld in een project dat men niet wil, om de euro kost wat kost te behouden.
Het belangrijkste resultaat van het geciteerde Amerikaanse onderzoek is echter dat er simpelweg geen Europese meerderheid is voor de verdere overdracht van bevoegdheden aan de EU. Nochtans is dat precies wat er gebeurt in het kader van het verdrag dat vandaag voorligt. De Europeaan wil echter niet meer, maar minder macht voor de EU, en hij beseft dat nu, na decennia van Europese integratie en als gevolg van de mede daardoor veroorzaakte eurocrisis.
Collega’s,
Het debat over Europa begint stilaan op gang te komen. Het debat komt nu ook op gang in deze Senaat. Ik herinner mij nog dat ik destijds in deze assemblee zowat als enige gefulmineerd heb tegen het Europese stabiliteitsmechanisme (ESM). Ik stel vandaag met genoegen vast dat intussen al wat meer collega’s, zij het voornamelijk Franstalige collega’s, wakker zijn geworden en hun stem durven te verheffen in het debat over de EU.
Toen de euro werd ingevoerd in 2002, was Romano Prodi, als toenmalig voorzitter van de Europese Commissie, zeer duidelijk. Ik lees een citaat van hem voor, dat in dat verband boekdelen spreekt: “De moeilijke momenten waren voorspelbaar. Toen we de euro creëerden, was mijn bezwaar als econoom (en ik besprak dit met Kohl en met alle andere staatshoofden): hoe kunnen we een gemeenschappelijke munt hebben zonder gedeelde financiële, economische en politieke pijlers? Het verstandige antwoord was: voor nu hebben we deze sprong voorwaarts gemaakt. De rest zal volgen.” Prodi zegt ook nog letterlijk: “Het was dus duidelijk dat deze crisis zou komen.” Het is dus duidelijk: zelfs iemand als Romano Prodi zegt dat we er uiteindelijk ingeluisd zijn, en we worden er vandaag nog altijd ingeluisd. Duidelijker kan ik het zelf niet verwoorden.
Een gezamenlijke munt, dat weet iedereen, kan niet overleven zonder een politieke of een totale unie. We worden dus verplicht om mee in dat project te stappen, ook al ben ik er absoluut tegen. De eurofiele politieke elites wisten destijds al dat de invoering van de euro zou leiden tot een totale unie, of moet ik zeggen tot een totalitaire unie. Ze wisten ook dat de euro zou leiden tot de huidige eurocrisis.
Op het moment dat de eerste eurobiljetten van de drukpers rolden, schreef de Nederlandse econoom Arjo Klamer dat de euro weldra zou sterven, want volgens hem konden munten niet tegen politieke instabiliteit. Die instabiliteit treft nu inderdaad de unie, nu ze op weg is naar de Verenigde Staten van Europa te, een richting waar ik mij ten stelligste tegen verzet.
Het voorliggende verdrag, het zogenaamde Fiscal Compact, is slechts een van de radertjes in het megalomane experiment van de Europese Unie. Ik heb er reeds aan herinnerd dat ik mij zowat als enige senator verzet heb tegen het Europees Stabiliteitsmechanisme dat aan dit verdrag is voorafgegaan. Dat mechanisme maakte immers van de EU immers een transfertunie naar Belgisch model. Daarin draaien de sterkere lidstaten onherroepelijk op voor de zwakkere, met name voor probleemlanden als Griekenland en andere zuidelijke lidstaten. Door de creatie van dat supranationale niveau dreigt de Vlaamse belastingbetaler weerom slachtoffer te worden van een georganiseerde miljardendiefstal die al volop aan de gang is.
De werking van het verderfelijke stabiliteitsmechanisme hangt af van het voorliggende verdrag. Geen haar op mijn hoofd of dat van mijn fractiegenoten dat eraan denkt het verdrag goed te keuren. Wij zijn voor Europa, maar niet voor een Europese Unie of voor haar ultieme doelstelling, de Verenigde Staten van Europa. Onze fractie zal dus zeker tegenstemmen.
Collega’s,
Ons land zou veel beter een voorbeeld kunnen nemen aan Groot-Brittannië of aan Tsjechië. Die landen hebben immers geweigerd een wurgcontract te ondertekenen waarbij de Europese Commissie volledig gezag uitoefent over lidstaten met een begrotingstekort hoger dan drie procent. Dat wordt dan vervolgens slikken of stikken met boetes als stok achter de deur.
Het zoveelste wurgdictaat van de Europese Unie houdt absoluut geen rekening met de specificiteit van de lidstaten. “One size fits none”, is al heel dikwijls gezegd door verstandige economen. Ik moet dat blijven herhalen. Elke Europese lidstaat en elke economie zijn anders en zelfs binnen België verschilt de economische realiteit in Vlaanderen van die in Wallonië.
Met dit verdrag komt de volledige regie over onze overheidsfinanciën in handen van de Europese Unie. Het is het zoveelste salamischijfje dat die unie ons voorschotelt in een machtsgreep die heel ver gaat, onder meer zelfs al door voor te schrijven welke potjes olijfolie er al dan niet op onze horecatafels mogen komen. De lidstaten wordt nog meer dan vroeger marionetten van de EU en de ondemocratische eurofielen die zich met alles bemoeien.
Ik wil afronden met een anekdote die heel kenschetsend is voor de megalomane, ivorentorenaspiraties van de Europese Unie. Die unie zou zich namelijk heel diep moeten schamen voor het kantoor, een soort ei, dat ze in Brussel aan het bouwen is voor haar zelfverklaarde keizer Herman Van Rompuy. Dat zal straks maar liefst 327 miljoen, een duizelingwekkend bedrag, kosten, terwijl het slechts op 240 miljoen was begroot. Ik wil aannemen dat het verschil te verklaren is doordat de euro minder waard is geworden, zoals elke inwoner in ons land voelt. Maar in een tijd waarin ieder de broeksriem moet aanhalen, vind ik zo’n uitgave helemaal niet kunnen.
Het is ongehoord zo’n gebouw neer te planten in een tijd dat onze ouderen in rusthuizen met 4 euro moeten rondkomen en dat hun broodbeleg wordt afgewogen. Dat gebouw is exuberant, even exuberant als de aspiraties van de Europese Unie. Pittig detail is dat de hoofdzetel van de Europese Raad volgens de brochures een urnevormige constructie wordt. Ik wens keizer Van Rompuy, die trouwens al heel lang geen kleren meer draagt, oprecht een goede gezondheid en een heel lang leven toe, maar qua symboliek kan het wel tellen, een gigantische Europese urne midden in Brussel. De 327 miljoen die ervoor nodig zijn, zouden goed besteed zijn, indien in die urne de al dan niet symbolische as van de euro en de Europese Unie zou worden bewaard. Dan kunnen wij terugkeren naar een verenigd Europa met intergouvernementele samenwerking dat ons niet, zoals vandaag, met het mes op de keel dwingt verdragen goed te keuren, waarmee niemand, zo blijkt uit het vooral Franstalige debat, helemaal akkoord gaat. Alleen kunnen we het verdrag niet aanpassen, we kunnen enkel ja of nee stemmen. Ik hoop dus dat de urne zal worden gebruikt voor datgene waarvoor ze dient, namelijk om de as van de Europese Unie te bewaren, zodat we het waanzinnige project van de euro nooit meer kunnen vergeten.
Het Vlaams Belang vindt dat de kiezer nu eindelijk eens aan zet moet zijn en het mislukte Europese avontuur moeten kunnen beoordelen. In Engeland heeft David Cameron daartoe een aanzet gegeven met de belofte van een referendum in 2017. Dat is knap en dat zou ik ook graag bij ons zien. Dan kunnen we ons uitspreken over de toekomst van Europa, niet in het kader van de omzetting van een verdrag naar onze wetgeving – een verdrag dat vandaag zal worden goedgekeurd, al is het niet door ons – maar gewoon via een algemeen referendum waarin de Europese burger zijn zeg kan doen. Met een bindend referendum is dat volgens mij mogelijk. Ik geloof en blijf geloven in een welvarend en vreedzaam Europa, maar dan een van vrije en vooral soevereine naties die samenwerken en intergouvernementele verdragen afsluiten. De meerderheid van de burgers wil absoluut geen Europese transferunie naar Belgisch model, wil geen overdracht van nog meer macht en bevoegdheden, wil niet, om het lapidair te zeggen, dat Europa bepaalt wat er in de horeca op tafel mag komen. Het verdrag dat we vandaag bespreken moet het permanente Europese noodfonds, het Europees stabiliteitsmechanisme rechthouden. Als we dat goedkeuren geven we een blanco cheque van maar liefst 24 miljard euro. Dat is een schatting en ik vrees dat het nog meer zal zijn. Daar kan ik absoluut niet in meegaan. Als pro-Europese partij zegt het Vlaams Belang dan ook dat het niet verder kan met de huidige Europese Unie, dat we een ander Europa moeten krijgen,.