Strengere regels nodig voor advocatenopdrachten van de overheid.
Vandaag stelde senator Anke Van dermeersch een vraag aan Eerste Minister Guy Verhofstadt m.b.t. de nood aan het invoeren van strengere regels voor advocatenopdrachen van de overheid.
De positie die sommige advocatenkantoren innemen bij bepaalde overheidsinstellingen is al langer dan vorige week een heikel punt. Het uitlekken van een verkeerdelijk verstuurde nota van advocaat Marc Uyttendaele, echtgenoot van voormalig minister van Justitie Laurette Onckelinx, bracht het thema evenwel terug in de actualiteit.
Tijdens de vorige legislatuur stelde Anke Van dermeersch hierover al tientallen schriftelijke vragen, waarop in vele gevallen niet afdoend werd geantwoord. De toenmalige minister van Justitie slaagde er zelfs in te antwoorden dat het haar niet toekomt de namen van de advocaten bekend te maken die sinds het begin van de legislatuur werden geraadpleegd en aangesteld, noch a fortiori het adres van hun kantoor, de balie waartoe zij behoren noch het bedrag van hun erelonen.
Sommige andere ministers – maar het waren de uitzondering op de regel – gaven de lijst van geraadpleegde advocaten en hun erelonen dan weer wél.
In haar antwoord van februari 2007 liet de minister van Justitie evenwel weten dat de toepassing van de reglementering van de overheidsopdrachten op de juridische diensten door haar departement zou worden onderzocht.
Naar aanleiding van de nota-Uyttendaele kondigt de Eerste Minister nu eenzelfde onderzoek aan waarbij de wet op de overheidsopdrachten in die context eventueel kan worden verstevigd ten einde strengere regels in te voeren voor de selectie van advocaten vanwege de overheid.
Senator Van dermeersch wou daarom ook antwoord van de Eerste Minister op volgende pertinente vragen:
- Is U inderdaad al een onderzoek gestart naar een verbetering van de huidige situatie? In hoeverre sluit dit onderzoek aan op het eerder onderzoek dat werd beloofd door de vorige minister van Justitie? Is U op de hoogte van dit onderzoek?
- Waarom bestaat er in vele gevallen geen transparantie over de in het verleden geraadpleegde advocaten door kabinetten en overheidsdiensten? En waarom geven bepaalde ministeries wel een oplijsting en weigeren anderen dat? Engageert de Eerste Minister zich tot een zo groot mogelijke transparantie inzake de eerder geconsulteerde advocaten door overheden en kabinetten onder zijn premierschap?
- Wat bedoelt de minister met het invoeren van ‘strengere regels’? In welke richting wordt terzake een oplossing gezocht? Kan ik aannemen dat er voor geopteerd wordt een striktere procedure in te voeren, die de overheden en kabinetten dienen te hanteren wanneer zij beroep wensen te doen op advocaten, mét objectieve selectiecriteria en een streven naar transparantie?