Wettelijke zelfverdediging thuis wordt bijna onmogelijk
Op 14 april 2009 verscheen het aangepaste koninklijk
Zo zullen in functie van het aantal wapens (1 tot 5; 6 tot 10; 11 tot 30) maatregelen moeten worden genomen, gaande van het permanent per wapen aanbrengen van veiligheidssloten tot speciaal daartoe ontworpen wapenkluizen.
Het KB bepaalt o.a. ook dat wapens steeds ongeladen moeten worden bewaard, dat wapens en munitie niet ogenblikkelijk samen toegankelijk mogen zijn etc.
Het KB maakt wat het ongeladen bewaren van vuurwapens betreft, een onderscheid tussen de burger die een wapenvergunning aanvroeg met het oog op het recreatief en sportief schieten en  de burger die een gelijkaardige vergunning aanvroeg met als motief “
Dat laatste motief wordt in de praktijk bijzonder restrictief geïnterpreteerd. Derwijze dat de gewone burger die geen bijzondere risicovolle beroepsactiviteiten (bv: juwelier) uitoefent op die grondslag eigenlijk nooit een vergunning voor een vuurwapen kan krijgen. Er rest hem in de praktijk dan nog enkel het motief recreatief en sportief schieten.
Deze wettige redenen tot het voorhanden hebben van vuurwapens door burgers worden radicaal doorgetrokken in het KB in kwestie. Zulks resulteert de facto in de absolute onmogelijkheid van burgers die vuurwapens houden waarmee ze aan recreatief of sportschieten doen, om zich bij nacht en ontij voor te bereiden (door het bewaren van een vuurwapen buiten de kluis, of zonder veiligheidsslot) om daden van agressie jegens zichzelf of andere personen, af te weren met de door hen voorhanden gehouden vuurwapens.
Om al deze redenen vraag ik dan ook aan de minister hoe de nieuwe maatregelen voor het wettelijk bewaren van vuurwapens in huis zich verhouden tot het geval waarin een particulier zich met een vuurwapen dat niet of niet volledig volgens de regels in huis werd bewaard, zou kunnen verdedigen op gewettigde wijze in de zin van de artikelen 416 en 417 van het Strafwetboek.
Voorts kreeg ik graag wat meer duidelijkheid omtrent sommige al te vage bepalingen. Zo is het niet duidelijk welk het verschil is tussen een “
Ook is het allerminst duidelijk wat met deze bepaling in de praktijk moet worden aangevangen: “het is verboden langer dan noodzakelijk werktuigen die een inbraak kunnen vergemakkelijken achter te laten in de nabijheid van de plaatsen waar wapens worden bewaard.â€
Wat als een burger zijn vuurwapens in zijn kelder opslaat en hij in dezelfde ruimte ook een aantal werktuigen bewaart?
Van zodra ik van de bevoegde minister antwoorden krijg, breng ik jullie op de hoogte.