11-juli-boodschap
Aan de vooravond van 11 juli past het om stil te staan bij de uitdagingen en (gemiste) kansen voor Vlaanderen. Nu het stof van de voorbije Vlaamse en Europese verkiezingen is gaan liggen, kunnen stilaan enkele conclusies worden getrokken. Een eerste, opvallende conclusie is de onoverbrugbare kloof tussen Vlamingen en Franstaligen binnen België. Niet alleen op economisch en cultureel vlak gaapt er een ravijn tussen noord en zuid, ook politiek kan men niet naast de communautaire gespletenheid van dit land kijken. In Vlaanderen verschrompelt de linkerzijde tot 20 procent, terwijl links in Wallonië heer en meester blijft. Een grote meerderheid van de Vlaamse kiezers sprak zich uit voor een staatshervorming, terwijl in Wallonië het ‘non’-kamp duidelijk versterkt uit de stembusslag komt. België is… twee landen.
Een tweede vaststelling is dat het Vlaams-nationalisme nog nooit eerder zo sterk uit de stembus is gekomen. Het Vlaams Belang en de N-VA zijn goed voor 28 procent van de stemmen. Tel daar de uitgesproken regionalisten bij, en we zitten aan 35 à 40 procent. Ongetwijfeld kan deze uitstekende score als breekijzer voor ‘meer Vlaanderen’ dienen. Voorwaarde is echter wel dat de respectievelijke partijen daartoe bereid zijn, en daar knelt net het schoentje. Zo is het maar zeer de vraag of de nieuwe Vlaamse coalitie de wil van de kiezer zal weerspiegelen: met de CD&V – meer dan ooit in de ban van het ACW – en de SP.A blijft links in Vlaanderen de lakens uitdelen, terwijl de Vlaamse kiezer toch voor een ánder beleid heeft gekozen.
Onder curatele
Vlaanderen wacht belangrijke uitdagingen. Denken we maar aan de torenhoge kosten van de vergrijzing die in snel tempo op ons af komen. Op de Belgische bestuurders hoeven we niet te rekenen, Vlaanderen zal het dus zelf moeten doen. Dat het quasi schuldenvrije Vlaanderen straks zou moeten opdraaien voor het failliete België – zoals Van Rompuy wil – is alvast onaanvaardbaar. Vlaanderen torst nu al het economische gewicht van dit land op zijn schouders. Terecht wijst Voka-voorzitter De Bruyckere er op dat Vlaanderen, indien we het geld van één jaar transfers naar het zuiden zouden gebruiken, genoeg geld zou hebben om Vlaanderen in Actie helemaal te realiseren.
Van het onder curatele plaatsen van België komt helaas niets in huis. Nu reeds heeft de nieuwe Vlaamse regering toegegeven door met een budgettair evenwicht tegen 2011 de federale kas te stutten, terwijl Wallonië en Brussel te kennen hebben gegeven niets te zullen doen.
Wanneer gaat Vlaanderen eindelijk lessen trekken uit het verleden? Wachten op enkele Vlaamse bevoegdheidskruimels die vroeg of laat van de Belgische onderhandelingstafel vallen, is geen optie meer. Anderzijds heeft de zogenaamde ‘participatiestrategie’ van Vlaamsgezinden – door beleidsdeelname stappen zetten richting autonomie – ons onder meer opgezadeld met Brussel als derde gewest en met gebetonneerde faciliteiten. Het kan niet meer dat Vlaanderen binnen België een zware prijs moet betalen voor zaken waar het gewoon récht op heeft. Het alternatief van het Vlaams Belang gaat vérder dan het maximaal invullen van de huidige Vlaamse bevoegdheden. Zoals we de voorgaande jaren reeds stelden, heeft Vlaanderen – naar analogie met het Franstalige ‘front de réfus’ tegen de Vlaamse eisen – nood aan een weigeringsfront tegen het Belgische status quo. Vlaamse politici moeten resoluut buiten de Belgische logica durven treden.
Gebrek aan ambitie
Het Vlaams Belang heeft nooit geloofd in de ‘stap voor stap’-strategie naar Vlaamse onafhankelijkheid. Daarin verschilden wij van mening met Vlaams-nationalisten in andere partijen. Het was dan ook verheugend dat Bart De Wever begin dit jaar toegaf dat hij zijn mening over participationisme – na het debacle met Leterme in de federale regering – node had moeten herzien. Recente ontwikkelingen doen echter vrezen dat het participeren aan de macht een sterke drijfveer is gebleven bij de N-VA, terwijl niets er op wijst dat de nieuwe Vlaamse regering – zelfs met Vlaams-nationalisten op de regeringsbanken – de hooggespannen communautaire verwachtingen zal inlossen. In het regeerakkoord staat enkel te lezen dat de Vlaamse regering op het Overlegcomité – door Gerolf Annemans terecht het communautaire vriesvak bij uitstek genoemd – “zal polsen naar de bereidheid van de Franstaligen om een staatshervorming te onderhandelenâ€.
Belangrijk is ook wat niét in het Vlaams regeerakkoord staat. Over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde wordt met geen woord gerept. Die splitsing staat op federaal niveau geprogrammeerd voor het voorjaar 2010. De ‘onderhandelingen’ die eerste minister Van Rompuy daarover heeft aangekondigd, houden echter een ernstig gevaar in: door te ‘onderhandelen’ over de Vlaamse Rand en de splitsing van het arrondissement kan er enkel een slechtere oplossing voor de Vlamingen uit de bus komen. Nu onderhandelen over de zuidergrens van Vlaanderen staat gelijk met het hypothekeren van onze toekomst. Met een Vlaamse meerderheid is de splitsing zonder toegevingen trouwens een feit. Zoniet komt er beter geen splitsing van B-H-V. Als haar coalitiepartner in de federale regering het BHV-dossier verprutst, zal de N-VA zich niet zomaar kunnen verschuilen in de Vlaamse regering en overgaan tot de orde van de dag. Dergelijke januskop-mentaliteit zal Vlaanderen niet aanvaarden.
Onafhankelijkheid en samenwerking
Elke dag wordt de onwerkbaarheid van de Belgische constructie meer zichtbaar. Nooit eerder was, als gevolg van de economische crisis, de noodzaak aan structurele hervormingen zo urgent. De ‘Maddens-doctrine’ mag in de Vlaamse regering niet leiden tot het aanvaarden en institutionaliseren van het Belgisch status quo. Het Vlaams Belang verwacht dat de brede Vlaamse beweging de komende jaren haar taak van communautaire waakhond ernstig zal nemen. Om de Vlaams-nationalisten in de regering woord te laten houden en méér uit de brand te slepen dan vage intentieverklaringen, is grotere waakzaamheid dan tot nu toe het geval was immers geboden.
Het is stilaan tijd om te kiezen. Ofwel zijn de Vlamingen baas in eigen huis in een onafhankelijke staat, ofwel blijft België in een of andere vorm bestaan met alle problemen en communautaire disputen van dien. Laat echter duidelijk zijn dat onafhankelijkheid en samenwerking geen tegengestelde begrippen zijn, wel integendeel. Natuurlijk moet Vlaanderen samenwerken met Wallonië, net zoals met andere EU-lidstaten. Maar de geschiedenis heeft ons geleerd dat dat niet in één staatsverband kan gebeuren. Elk volk heeft baat bij duidelijkheid. Daarom engageert het Vlaams Belang zich ertoe om de idee van Vlaamse onafhankelijkheid de komende maanden verder uit te diepen. Wij zullen de opdeling van het Belgische koninkrijk verder uitwerken in realistische en uitvoerbare scenario’s. De welvarende, republikeinse Vlaamse toekomst zal men dan niet langer als een oproep tot chaos van de hand kunnen doen. Wij sporen dan ook alle Vlaamse verenigingen en partijen aan om zich hier gezamenlijk achter te scharen: als het om de natie gaat, moeten we één zijn.
Bruno Valkeniers – Vlaams Belang voorzitter