41% criminelen in Antwerpen zijn vreemdelingen terwijl ze maar 15,5% van de bevolking uitmaken
In antwoord op een informatieve vraag van Filip Dewinter maakte de Antwerpse korpschef Eddy Baelemans cijfers bekend over het aandeel van de vreemdelingen in de criminaliteit in Antwerpen. Uit die cijfers voor 2008 (laatst beschikbare cijfers) blijkt dat 41% van de gevatte daders in Antwerpen vreemdelingen zijn. Voor alle duidelijkheid, het gaat hier dus niet over allochtonen met de Belgische nationaliteit of met een dubbele nationaliteit. Marokkanen die over de dubbele nationaliteit beschikken worden in deze statistieken als Belg beschouwd.
In 2008 werden in totaal 11.191 daders gevat. 59% waren Belgen, 41% vreemdelingen. De Noord-Afrikanen (Marokkanen en Algerijnen) zijn met 9% het sterkst vertegenwoordigd, gevolgd door de Oost-Europeanen (Polen, Roemenen en Servo-Montenegrijnen) met 6%. Verder komen bij de meest voorkomende nationaliteiten nog de Nederlanders (4%), de Fransen (2%) en de Portugezen (2%) voor. De andere nationaliteiten hebben een aandeel van maximum 1% op de totale groep gevatte daders in 2008.
Ondanks de snel-Belgwet en de talrijke naturalisaties waardoor vele vreemdelingen de voorbije tien jaar Belg zijn geworden, valt desondanks op dat vreemdelingen sterk oververtegenwoordigd zijn in de Antwerpse criminaliteitstatistieken. Uit de cijfers kan afgeleid worden dat de criminaliteitsgraad bij vreemdelingen 4x hoger ligt dan bij de Belgen.
Bij sommige criminaliteitscategorieën is het aandeel vreemdelingen nog hoger. 56% van de gevatte daders van woninginbraken zijn vreemdelingen; 21% daarvan zijn Noord-Afrikanen (Marokkanen en Algerijnen). 54% van de gevatte daders van diefstallen met geweld zijn vreemdelingen. In deze categorie valt op dat 16% daarvan Oost-Europeanen (Roemenië, Polen en Servië-Montenegro) zijn en 13% Noord-Afrikanen. Het aandeel van de Noord-Afrikanen bij woninginbraken loopt op tot 21% terwijl ze nog geen 3% van de totale bevolking uitmaken. Het aandeel van de Oost-Europeanen (Polen, Roemenië en Servië-Montenegro) bij diefstal met geweld loopt op tot 16% terwijl ze amper 1,2% van de totale Antwerpse bevolking uitmaken.
De stelling “minder immigratie, minder criminaliteit†wordt nog maar eens door deze cijfers bevestigd. Het is dan ook noodzakelijk dat er gericht en aan de hand van adequate cijfers op basis van etnische afkomst gezocht wordt naar daders van criminele feiten. Alle politieke taboes moeten overboord gegooid worden als het gaat om het garanderen van de veiligheid van de burgers en de bestrijding van de stijgende criminaliteit. Het moet voor de politie mogelijk zijn om etnische daderprofielen op te stellen op basis waarvan gericht kan gezocht worden naar daders van misdrijven.
Het Vlaams Belang betreurt het dat er geen cijfers bijgehouden worden omtrent de etnische afkomst van de daders. De relevantie van cijfergegevens op basis van nationaliteit wordt steeds kleiner ten gevolge van de snel-Belgwet. De Antwerpse bevolking bestaat voor 16,4% uit vreemdelingen, maar voor 36,1% uit allochtonen. Cijfers op basis van etniciteit zijn in de strijd tegen de stijgende criminaliteit dus een noodzakelijk beleidsinstrument.