De maatregelen die Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet in het vooruitzicht stelt om taalachterstand bij anderstalige leerlingen weg te werken, zijn een stap in de goede richting. Leermoeilijkheden zijn immers heel vaak het gevolg van een taalachterstand, die nooit meer helemaal wordt opgehaald, met alle gevolgen vandien (schoolmoeheid, voegtijdige uistroom,…)
 
Vooral de invoering van een tweede screening – bij de overgang van lager naar middelbaar onderwijs – is een verbetering die al jaren door het Vlaams Belang werd gevraagd.
Bij de veralgemening van de eerste taaltest tot álle kleuters (dus ook die met Nederlands als moedertaal) heeft het Vlaams Belang wel vragen naar de noodzakelijkheid van die maatregel, en de organisatorische en financiële implicaties ervan.
 
Ook bij de beperking van de taalbadklassen tot maximaal 8 weken, dienen ernstige vraagtekens worden geplaatst. Net als veel ervaringsdeskundigen uit scholen met veel anderstalige leerlingen, is het Vlaams Belang van oordeel dat deze periode te kort is. De remediëring die minister Smet daarvoor vooropstelt, nl. verplichte bijkomende taallessen op woensdag (of zelfs zaterdag), is lapwerk én een bijkomende belasting van het onderwijzend personeel.
 
Het Vlaams Belang pleit daarentegen voor volwaardige taalbadklassen die desgevallend een volledig schooljaar duren en een echte onderdompeling betekenen in het Nederlands. Zo’n volwaardig taalbadjaar moet anderstalige leerlingen volledig beslagen aan de start brengen van het reguliere onderwijs en hen in staat stellen zonder bijkomende achterstand hun schoolcarrière af te werken.
 
Het Vlaams Belang, in het bijzonder Wim Van Dijck, zal de minister over de voorgestelde maatregelen bevragen in de commissie Onderwijs.