Regelgeving hoofddoekenproblematiek in federaal openbaar ambt staat nog nergens
In een aantal diensten van de federale overheid heeft zich de problematiek van het al dan niet dragen van een hoofddoek door ambtenaren reeds voorgedaan. Het blijkt echter dat de beleidsverantwoordelijken ter zake nog geen enkel regelgevend initiatief hebben genomen en de bevoegde minister zelfs hardnekkig zijn kop in het zand steekt. Dat blijkt althans uit een rondvraag van Vlaams Belang-senator Nele Jansegers
De voorbije maanden hield VB-senator Nele Jansegers een rondvraag bij de federale overheidsdiensten en de instellingen van openbaar nut over de vraag in hoeverre de hoofddoekenproblematiek zich daar al had gesteld, over welke middelen de administratie beschikt om daarop een antwoord te geven en hoe daarop concreet werd gereageerd.
Uit de antwoorden op deze vragen blijkt dat geen enkele administratie op deze problematiek heeft geanticipeerd door het uitvaardigen van richtlijnen. Toch werden verschillende administraties al met het probleem geconfronteerd. In de federale overheidsdiensten (FOD’s en POD’s), de vroegere ministeries, stelde de vraag omtrent het al dan niet dragen van een hoofddoek zich reeds in 4 van de 13 FOD’s en POD’s. Wat de andere instellingen van openbaar nut betreft, waarvan de bevragingsresultaten evenwel zeer onvolledig zijn, stelde de hoofddoekenkwestie zich al in 12 administraties; in 10 andere bevraagde administraties was dat nog niet het geval.
Aan de diensten waar het probleem zich al stelde werd ook gevraagd welke oplossing ze daar hadden aan gegeven. Wat de FOD’s en POD’s betreft, werd in 1 geval het dragen van het hoofddoek zonder beperking toegelaten, dus ook als er contact is met het publiek; in 2 gevallen werd de hoofddoekendracht enkel toegelaten indien er geen contact is met het publiek. In het vierde geval was het antwoord eerder onduidelijk. Wat de instellingen van openbaar nut betreft, werd in één geval hoofddoekendracht in alle omstandigheden toegelaten en in 7 gevallen enkel als er geen contact is met het publiek. In de 4 andere gevallen was het onduidelijk hoe de situatie nu eigenlijk zit. Tot juridische betwistingen voor de rechtbank is het echter nog in geen enkel geval gekomen.
Tenslotte werd ook bij de administraties gepolst op welke regelgeving zij zich baseren voor wat de hoofddoekenkwestie betreft. Daar stelt zich duidelijk een probleem. 11 administraties en FOD’s verwijzen naar een koninklijk besluit uit 1937 betreffende de neutraliteit die ambtenaren in acht moeten nemen; drie organisaties verwijzen naar een omzendbrief 573 uit 2007. In vier gevallen is er ook een referentie naar het arbeidsreglement en telkens éénmaal wordt verwezen naar een diversiteitscharter en een reglementering in verband met kledij. 8 administraties geven tenslotte toe dat zij in feite over geen enkele regelgevende basis of instructies beschikken om een adequaat antwoord op de problematiek te geven.
Het is duidelijk dat er momenteel geen enkele duidelijke regelgevende basis bestaat die een eenduidig antwoord verstrekt op de problematiek van de hoofddoekendracht in het federaal openbaar ambt. Drie ministers (Reynders, Turtelboom en Magnette) stellen in hun antwoord aan senator Jansegers dan ook dat zij vragende partij zijn dat daarover een algemene reglementering wordt uitgevaardigd door de minister van Ambtenarenzaken. Minister Turtelboom acht het in dit verband wenselijk dat “de minister van Ambtenarenzaken voorstellen aan de ministerraad voorlegt.” Daar wringt echter het schoentje, vermits voormalig minister van Ambtenarenzaken Vanackere uitdrukkelijk geweigerd heeft om dat te doen en de hete aardappel doorschoof naar de directiecomités van de verschillende overheden.
Voor het Vlaams Belang is het in alle geval duidelijk dat een dergelijke struisvogelpolitiek niet langer houdbaar is en dat de minister van Ambtenarenzaken kleur zal moeten bekennen. Nog deze week zal VB-senator Jansegers dan ook de resultaten van haar rondvraag aan de intussen nieuwe minister van Ambtenarenzaken Vervotte voorleggen en polsen of zij, in tegenstelling tot haar voorganger, wél bereid is om ter zake duidelijke richtlijnen uit te vaardigen, zoals onlangs overigens ook werd bepleit in de recente nota van moraalfilosoof Etienne Vermeersch. Voor het Vlaams Belang is het daarbij in alle geval duidelijk dat deze richtlijn er enkel kan toe strekken een algemeen hoofddoekenverbod uit te vaardigen voor ambtenaren, gelet op hun plicht tot neutraliteit.
In bijlage vindt u een synthetisch overzicht van de bevraging van de federale openbare diensten omtrent de hoofddoekendracht
Lees hier de bijlage.