Antwerpen goed voor 13% leegstand van handelspanden in Vlaanderen

Uit een antwoord van minister van Economie Muyters op een vraag van Vlaams parlementslid Anke Van dermeersch, blijkt dat er in Vlaanderen op dit ogenblik 11.322 handelspanden leeg staan. Bijna één vierde (22{5a8ca0671fa48b7b0b3da73106a162f31624acb055d68eba393e0cab43ff1f3d}) daarvan bevindt zich in de vijf provinciehoofdsteden. Forse uitschieter daarbij is Antwerpen, waar niet minder dan 13{5a8ca0671fa48b7b0b3da73106a162f31624acb055d68eba393e0cab43ff1f3d} van de totale leegstand aan handelspanden te vinden is.

Bekijkt men de evolutie over de jongste vijf jaar in de Vlaamse provinciehoofdsteden, dan valt vooral een systematische toename van de leegstand op in Gent (+ 36{5a8ca0671fa48b7b0b3da73106a162f31624acb055d68eba393e0cab43ff1f3d} op vijf jaar tijd). De andere provinciehoofdsteden weten de leegstand van handelspanden, mits enkele schommelingen, daarentegen vrij constant te houden, al kunnen zij die ook niet echt terugdringen.

Leegstand is zorgwekkend

Anke Van dermeersch: “Het hoge leegstandscijfer in Antwerpen baart mij toch wel ernstige zorgen. Dat heeft mijns inziens natuurlijk voor een stuk te maken met de onaantrekkelijkheid van vele buurten in Antwerpen, de stadsvlucht van de autochtone blanken en de overname van talrijke wijken door etnische minderheden. Eén van de fenomenen die daarmee gepaard gaat is overigens de leegstand van verdiepingen boven handelspanden, die de verloederde en onveilige indruk nog verder accentueren. Wat ik eveneens vaststel is dat ook op dit vlak de zogenaamde ‘kracht van de verandering’ van Bart De Wever niet haar werk heeft gedaan. De leegstand van handelspanden gaat er gelukkig niet verder op achteruit zoals in Gent, maar een beweging in de positieve richting kan ik ook niet bepaald vaststellen. En dat is verontrustend en teleurstellend gelet op het hoge niveau van leegstand van handelspanden waar we in Antwerpen al jarenlang mee zitten. Neen, ook hier maakt De Wever, zoals op tal van andere vlakken, het verschil niet.”