In navolging van de Duitse Bondskanselier Angela Merkel leverde nu ook uittredend federaal premier Yves Leterme kritiek op het integratiebeleid en de multiculturele samenleving in eigen land. Vlaams minister van Inburgering Geert Bourgeois liet intussen weten dat hemzelf en de Vlaamse regering niets te verwijten valt, maar dat de oorzaak voor het falende integratiebeleid te zoeken is bij het asiel- en migratiebeleid van de regering Leterme II.
  Het Vlaams Belang is tevreden dat in navolging van het Vlaams Belang nu ook Vlaams minister van Inburgering Geert Bourgeois tot de vaststelling is gekomen dat een inburgeringsbeleid maar efficiënt kan zijn bij een gecontroleerde instroom. De uitspraken van Bourgeois hebben echter een groot Calimero-gehalte: de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden minimaliseren en met een beschuldigende vinger wijzen naar de federale regering als de grote schuldige.   Vanzelfsprekend is het zo dat de federale regering de hoofdschuldige is voor het feit dat België en Vlaanderen het Mekka zijn geworden van het uitkeringstoerisme uit gans de wereld. Maar ook de Vlaamse regering – met inbegrip van inburgeringsminister Bourgeois – gaat voor het Vlaams Belang niet vrijuit. Op geen enkel moment liet de Vlaamse regering het voorbije jaar een teken van protest horen tegen het federale open grenzenbeleid. Integendeel, geen enkele Vlaamse meerderheidspartij wilde een belangenconflict ondersteunen tegen het federale regularisatiebeleid. Sterker nog, de Vlaamse regering en Philippe Muyters, N-VA- minister bevoegd voor tewerkstelling in het bijzonder, lieten zich zelfs opmerken door binnen de bevoegdheden waarover Vlaanderen beschikt weinig streng en zeer meegaand op te treden in de beoordeling van de regularisatiecriteria:   Ook over het Vlaamse inburgeringsbeleid zelf valt veel te zeggen. Terwijl immigranten in onze buurlanden Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland om een verblijfsvergunning te bekomen hun kennis van taal en cultuur moeten bewijzen door middel van een examen, krijgt in Vlaanderen de inburgeraar op het einde van het inburgeringstraject een papiertje waarop bevestigd staat dat de cursist ‘op regelmatige wijze de lessen heeft bijgewoond’. Het Vlaams Belang zegt al jaar en dag dat een echt ‘inburgeringsexamen’ een essentieel vervolg is van de inburgeringscursus. Bovendien zijn ook de sancties voor immigranten die het vertikken deel te nemen aan een verplichte inburgeringscursus totaal ineffectief. Niet alleen ontbreekt de nodige koppeling met de verblijfswetgeving, de boetes zijn – met bedragen tussen de 60 en de 150 euro – niet hoger dan de verkeersboetes voor snelheidsovertredingen of door het rood rijden.   Van enige responsabilisering van de steeds talrijker wordende groep immigranten en allochtonen in Vlaanderen wordt door de Vlaamse regering Peeters II tot op heden geen werk gemaakt. Integendeel, wie niet wil integreren, wordt met rust gelaten. De enigen die gevat worden door het verplichte inburgeringsbeleid van Peeters II zijn de zogenaamde ‘nieuwkomers’, de nieuwe immigranten. De hier reeds verblijvende vreemdelingen worden niet gevat door de verplichte inburgering, ook niet de in ons land verblijvende vreemdelingen die een inkomen verwerven via maatschappelijke dienstverlening of een leefloon. In het inburgeringsdecreet wordt hun inburgeringsplicht nochtans voorzien, maar tot op heden heeft de Vlaamse regering nagelaten hieraan uitvoering te verlenen.   Terwijl de ons omringende landen allemaal hun immigratie- en inburgeringsbeleid aanscherpen, blijven België en Vlaanderen hopeloos ter plaatse trappelen. De federale regering is schuldig, maar de Vlaamse regering met inbegrip van minister ‘Calimero’ Bourgeois evenzeer. Het Vlaams Belang verwacht na deze uitspraken van minister Bourgeois dat de Vlaamse regering zich voortaan duidelijk laat horen wanneer op federaal niveau een ‘open deur’-beleid wordt gevoerd dat indruist tegen de Vlaamse belangen en dat eindelijk werk maakt van een werkelijk efficiënt, kordaat en responsabiliserend inburgeringsbeleid. Uitgangspunt van dit beleid moet zijn dat wie niet slaagt voor een inburgeringsexamen geen verblijfsvergunning mag krijgen.