Het Vlaams Belang neemt verontwaardigd maar niet zonder verbazing kennis van de wilde plannen van Justitieminister De Clerck om nog veel meer gedetineerden weg te halen uit de gevangenissen (De Morgen, 5 mei). Terwijl door personeelsgebrek bij zijn eigen diensten vandaag nog steeds 400 van de 1500 enkelbanden ongebruikt blijven liggen, vond De Clerck het nodig in één klap 3500 extra enkelbanden bij te bestellen.
  Het is de uitdrukkelijke bedoeling van de Justitieminister om veel meer categorieën van gedetineerden in aanmerking te laten komen voor de enkelband. Ook moeten gevangenen veel sneller dan een half jaar voor de officiële vrijlating (die zelf vaak aanvangt na een derde van de opgelegde celstraf) van het enkelbandregime kunnen genieten. Dit zal voor vele veroordeelden betekenen dat ze de gevangenis nauwelijks nog van de binnenkant hoeven te zien.   De buitengewoon forse uitbreiding van het enkelbandregime heeft veel minder te maken met de felheid van de zon tijdens de voorbije weken dan met het fanatieke aversie van De Clerck ten aanzien van de gevangenisstraf, die voor de Justitieminister enkel een “ultimum remedium†mag zijn. Dat wil zeggen dat effectieve gevangenisstraffen zo veel mogelijk gereduceerd moeten worden en liefst geheel vervangen door een zacht enkelbandregime thuis. De nieuwe gevangenissen zijn trouwens niet bedoeld om de celcapaciteit te verhogen, maar wel om het individueel comfort van de gedetineerden te verhogen, op basis van het “één man, één celâ€-principe. Het was overigens De Clerck zelf die in 1996 het aantal cellen betonneerde op 8.000, waardoor er jarenlang niet geïnvesteerd werd in de toen reeds noodzakelijke uitbreiding.   Met zijn nieuwe plannen om nog veel meer gedetineerden vervroegd op de samenleving los te laten, kroont De Clerck zich tot absolute kampioen van de straffeloosheid. Hij steekt daarmee zelfs de lakse Laurette Onkelinx de loef af.   De niet-uitvoering van gevangenisstraffen leidt nochtans tot een enorme frustratie bij zowel de politiemensen als de magistratuur. Getuige daarvan de uitspraak van de voorzitter van de onderzoeksrechters, Karel Van Cauwenberghe, in De Standaard van gisteren: “Het is de wereld op zijn kop. In theorie is het systeem zo opgezet dat wij als onderzoeksrechter de mensen aanhouden om hen als verdachte verder te onderzoeken. Daarna komen ze voor een rechter, die hen een straf oplegt. De realiteit is precies het omgekeerde. De sanctie die ze van de rechter krijgen, wordt niet uitgevoerd. En hun opsluiting na de aanhouding is vaak de enige sanctie, doordat ze met de gevangenis in contact komen.†  Het Vlaams Belang en in het bijzonder senator Bart Laeremans en kamerlid Bert Schoofs eisen een grondig debat over deze kwestie in het parlement vooraleer de geloofwaardigheid van Justitie nog verder wordt onderuit gehaald.