Europese staatssteun regels zijn dringend aan herziening toe
In de senaatscommissie financiën en economische aangelegenheden stond deze week de geplande hervorming van de EU-staatssteunregels voor diensten van algemeen economisch belang op de agenda met het oog op het uitbrengen van een advies aan de Europese Commissie.
Onlangs verlengde de Europese Commissie nog het Nationaal Kader voor tijdelijke steun zodat decentrale overheden de tijdelijke steun aan ondernemingen die voor 31 december 2010 werd aangevraagd in 2011 alsnog kunnen toekennen.
Deze verlenging is een reactie is op de moeilijkheden die ondernemingen als gevolg van de economische crisis nog steeds ondervinden en ook het herstel van de financiële instellingen is immers nog fragiel.
In Europa wordt er door de lidstaten echter ook nog aanzienlijk wat staatssteun ten onrechte toegekend aan hun bedrijven. Om dit te vermijden zijn er Europese staatssteunregels om te zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden voor alle ondernemingen op de Europese markt.
Lidstaten overtreden deze staatssteunregel soms onbewust, maar veelal bewust met het oog op het verlenen van concurrentieel voordeel aan hun bedrijven.
In 2010 heeft de Europese Unie met 54 terugvorderingszaken 530 miljoen euro aan ten onrechte aan bedrijven toegekende staatssteun bij de lidstaten teruggevorderd.
Controle op overheidssteun is een belangrijk onderdeel van het Europese mededingingsbeleid.
Steunmaatregelen van de staten of in welke vorm dan ook door de staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt, zijn verboden. (artikelen 107, 108 en 109 VWEU – oud artikel 87, 88 en 89 van het EG-Verdrag)
Omdat de Europese Commissie exclusief bevoegd is om staatssteun al dan niet toe te laten, zijn de lidstaten verplicht om geplande steunmaatregelen ter goedkeuring bij de Commissie te melden. Zo kunnen de lidstaten bepaalde beleidsprioriteiten steunen, zoals bestrijding van werkloosheid of stimulering van innovatie. Zowel juridische, economische, politieke als sociale overwegingen kunnen een rol spelen in de beslissing om overheidssteun toch toe te laten. Momenteel bestaan er kaderregelingen, mededelingen en richtsnoeren, om aangevraagde uitzonderingen aan te toetsen.
De huidige Europese staatssteunregels zijn dan ook toe aan juridische coördinatie en ook herziening zodat ze aangepast worden aan de veranderde markt en maatschappij.
Senator Anke Van dermeersch zal, van zodra de commissie de bespreking hierover zal aanvatten, er op wijzen dat elke overheid en elk politiek bestuur te allen tijde in principe sober en terughoudend moet optreden.
Zulke zuinige overheid mag de ondernemingsvrijheid ook niet belemmeren, terwijl de vrije mededinging zoveel mogelijk verzekerd moet worden. Hieruit volgt dat de rol van de overheid in de economie zoveel mogelijk beperkt moet worden en in principe enkel mag dienen om sociale en ecologische correcties door te voeren.
Staatssteun moet dan ook zoveel mogelijk vermeden worden en zou dus enkel toelaatbaar zijn wegens sociale en ecologische redenen.