Tussenkomst in Senaat inzake ‘burden sharing’ mbt klimaatdoelstellingen
Mevrouw de voorzitster, Collega’s,
Dat het intra-Belgisch besluitvormingsproces inzake de burden sharing met betrekking tot klimaatdoelstellingen moet worden geoptimaliseerd is een open deur intrappen. Het heeft immers bijna acht jaar geduurd vooraleer men binnen dit land in december 2015 een politiek akkoord heeft bereikt over het bereiken van de Europese klimaatdoelstellingen voor de periode 2013-2020 waarna ook de omzetting in een samenwerkingsakkoord nog eens heeft aangesleept tot op het Overlegcomité van 26 oktober 2016 eindelijk werd afgeklopt
Pas vorige maand heeft Federaal Energieminister Marghem dan haar administratie de opdracht gegeven om de opbrengst te storten van de veiling van CO2-uitstootrechten. Dat klimaatgeld is dus jarenlang geblokkeerd geweest.
Maar hoe zal men voorkomen dat in de toekomst weeral een ganse discussie ontstaat ?
Collega’s,
Dit ganse verslag staat nagenoeg volledig in het licht van wat ik zou noemen het proces van de Nationale Klimaatcommissie. Pagina’s lang wordt er brandhout gemaakt van deze Nationale Klimaatcommissie die in haar werking tal van lacunes zou vertonen. De werking van deze Nationale Klimaatcommissie stoelt nochtans op het samenwerkingsakkoord van 2002 dat eigenlijk ook nagenoeg volledig wordt gebuisd. Tot zo ver het zo geroemde “samenwerkingsfederalisme”….
De Nationale Klimaatcommissie moet dus bijna volledig worden heruitgevonden.
Méér nog, de Senaat gaat nu ook de afwezigheid van het principe van de hiërarchie der normen in België oplossen. Dit via aanbeveling 9 waarin de Senaat stelt dat de versnipperde bevoegdheid om de Belgische internationale verplichtingen inzake klimaatinspanningen te verdelen tussen de verschillende entiteiten best terug worden samen gebracht op het nationale niveau.
En nog méér, de Senaat suggereert in aanbeveling 31 tevens om een interparlementair overlegorgaan op te richten als een bestendige structuur, waar volksvertegenwoordigers van de Kamer, de Senaat en de diverse gewestelijke parlementen minstens twee keer per jaar samenkomen om het klimaatbeleid op te volgen en de al dan niet geboekte vooruitgang te bespreken. De Nationale Klimaatcommissie zou daar moeten gaan rapporteren….
En blijkbaar smacht men ook in de Vlaamse Regering naar een hernieuwde Senaat.
Vlaams Minister Schauvliege zei op 14 oktober 2016 in het Vlaams Parlement nav de onderhandelingen voor de periode na 2020 : “Zonder dat we exact weten wat de reductiedoelstelling is en welke kostprijs daartegenover staat, spreken we op voorhand een verdeelpercentage af – in de schoot van de Nationale Klimaatcommissie of in het parlement of in de Senaat – dat elk gewest en de federale overheid op zich moeten nemen als er een reductiedoelstelling is of op basis van hernieuwbare energie. Dat lijkt de meest elegante manier omdat je zonder specifieke cijfers discussieert. Dat zorgt ervoor dat er direct klaarheid is. Dat is mijn oproep. Ik heb al vaak herhaald dat dit de beste manier van werken is.”.
Ik stel in ieder geval vast dat de onderhandelingscarrousel opnieuw kan beginnen want er is nog altijd geen vaste verdeelsleutel of verdeelpercentage.
Bovendien zal een hernieuwde Nationale Klimaatcommissie en een nieuw interparlementair overlegorgaan niet kunnen verhinderen dat een nieuw akkoord niet zomaar binnen handbereik zal liggen.
Wat het aandeel hernieuwbare energie tussen de gewesten betreft liggen inderdaad nu eindelijk de prijzen vast waaraan Vlaanderen eventueel groene energie kan kopen in Wallonië. Wallonië heeft immers nu éénmaal meer ruimte om installaties voor hernieuwbare energie bij te bouwen. Minister Tommelein kondigde in oktober 2016 aan dat hij samen met zijn Waalse collega Furlan een intergewestelijke werkgroep zou oprichten over hernieuwbare energie. Tegelijkertijd maakt Minister Tommelein zich sterk dat Vlaanderen niets zal moeten kopen in Wallonië want dat Vlaanderen haar eigen doelstellingen tegen 2020 zal halen. U weet wel, de 600 windmolens hé. Maar Minister Tommelein is daar op zijn zachtst gezegd, heel voluntaristisch in.
Als Vlaams Belang roepen we echter op tot realisme. En ook tot eerlijkheid.
Dag na dag blijkt dat de energietransitie de mensen geld zal kosten. Loskomen van fossiele brandstoffen en CO2-neutraal worden heeft zijn prijs.
Er wordt nu door de federale regering beloofd dat de drie laatst toegezegde projecten voor windparken in de Noordzee het met miljarden minder steun zullen moeten dan gepland. Men zal geen oversubsidiëring meer toelaten om de druk op de electricteitsfactuur van gezinnen en bedrijven te verlichten. Maar ondertussen zit men wel met de historische erfenis…
En wat te denken van de door Minister Marghem voorgestelde CO2-taks. Heeft men al eens stilgestaan bij de gevolgen voor de laagste inkomensgroepen als men nu ook aardgas en de aardgasprijzen in het vizier neemt ?
Tot slot, moet mij dit van het hart. Klimaatalarmisten zijn vandaag als gelovigen en klimaatsceptici zijn ketters. Thomas Henry Huxley, een 19de eeuwse wetenschapper , zei : “Wie kennis van de natuur wil vermeerderen, weigert strikt autoriteit als zodanig te erkennen. Voor hem is scepticisme de hoogste plicht, blind geloofd de enige onvergeeflijke zonde”….