Rookverbod in de horeca
Vorige week stemde de Vlaams Belang fractie in de senaat tegen de nieuwe wetgeving omtrent het roken. Fractieleider Jurgen Ceder legde uit waarom: Bij de bespreking van de antitabakswet liet de Vlaams Belangsfractie in de senaat een duidelijke waarschuwing horen, namelijk dat die wet een discriminatie organiseert tussen de echte restaurants en de zogenaamde tavernes, de drankgelegenheden die ook eten serveren. Zoals het Vlaams Belang voorspelde, heeft de rechtspraak deze discriminatie ontdekt en veroordeeld. In een van deze zaken trad trouwens collega Coveliers op als raadsman van het betreffende restaurant. De wetgever is indertijd onzorgvuldig opgetreden. We mogen trouwens ook niet vergeten dat heel wat etablissementen kosten hebben gemaakt om wetsconform te blijven, kosten die nu misschien voor een groot deel voor niets zijn geweest. De vraag is of we, gemotiveerd door het voluntarisme om het roken aan te pakken, vandaag wel de juiste middelen hanteren en of we wel behoedzaam, terughoudend en zorgvuldig genoeg zijn bij het regelen van deze materie. Want dit ontwerp doet helaas meer dan de bestaande discriminatie tussen verschillende eetgelegenheden wegwerken. Met het ontwerp wordt vanaf 2012 een volledig rookverbod voor de horeca ingevoerd. Wij betreuren de amenderingen die in de commissie zijn aangebracht. Wij zijn geen voorstander van een algemeen rookverbod in drankgelegenheden. Laat ons duidelijk zijn: niemand zegt dat roken gezond is. Niemand twijfelt aan de negatieve gevolgen van roken. Maar vet eten is ongezond, te veel zout of zoet eten is ongezond, onbeschermde seks is gevaarlijk. Ook met de wagen rijden kan de gezondheid ernstig schaden. Maar dat is nu eenmaal de prijs voor een vrije samenleving. Vrijheid is niet alleen de vrijheid om dingen te doen die goed zijn voor ons. De overheid dient zeer terughoudend te zijn bij het beperken van deze vrijheid, in het bijzonder wanneer we binnendringen in de private sfeer. Het onderscheid is subtiel, maar het moet toch worden gemaakt. Horecazaken zijn geen publieke ruimtes, maar het zijn private ruimtes die door de eigenaar of uitbater opengesteld worden voor het publiek. Dat onderscheid is niet onbelangrijk. De vrijheid is de eerste en principiële reden waarom wij het algemene rookverbod niet steunen. Maar we zijn ook niet blind voor de economische realiteit. Alle studies wijzen uit dat cafébezoekers in meerderheid rokers zijn. Wie gelooft dat deze mensen nog evenveel tijd op café zullen doorbrengen of zullen stoppen met roken is naïef. De cafés zullen vele klanten verliezen. Duizenden cafés, waarvan sommigen nu al het water aan de lippen staat, zullen moeten sluiten. De sociaal-economische gevolgen van het ontwerp zullen dus aanzienlijk zijn. Voor duizenden uitbaters wordt dit ontwerp een ramp. Een derde argument waarom wij het algemeen rookverbod geen goed idee vinden, is het sociale argument. Het café, de bar en de dancing in Vlaanderen zijn meer dan een economisch gebeuren. Drankgelegenheden zijn een ook sociaal gegeven. Het zijn plaatsen waar gepensioneerde kaarters afspreken, waar het bestuur van een voetbalclub vergadert, waar vrienden elkaar ontmoeten of waar nieuwe vrienden worden gemaakt. Ik zou het betreuren mochten rokers, die toch een aanzienlijk deel uitmaken van de bevolking, de facto uitgesloten worden van dit sociale gebeuren. Ik zal niet lang stilstaan bij het argument van de Europese aanbeveling, want die is niet dwingend. Ik heb wel oor voor één argument van de voorstanders van het algemeen rookverbod, namelijk het mislukken van de zelfregulering in de horeca. |
De ideale situatie zou die zijn waarin er voldoende rookvrije cafés zijn en voldoende cafés – dat mag zelfs een minderheid zijn – waar roken is toegestaan. Maar de praktijk is anders. Er zijn nauwelijks rookvrije cafés en dat komt waarschijnlijk omdat rokers zelden of nooit een café kiezen waar ze geen sigaar, sigaret of pijp mogen opsteken, terwijl niet-rokers meestal wel bereid worden gevonden om naar een rokerscafé te gaan. We mogen ook niet vergeten dat de meeste gezelschappen van vrienden, collega’s en hobbygenoten gemengde groepen zijn van rokers en niet-rokers. Waarom er precies in de horeca geen spontane zelfregulering komt is eigenlijk niet zo belangrijk. We moeten alleen vaststellen dat het zo is en ons dan afvragen of een algemeen rookverbod het juiste antwoord is. Volgens mij niet. Om te beginnen mogen we de evolutie in verband met roken niet uit het oog verliezen. Als jongeman ben ik beginnen te roken in een samenleving waar men nog mocht roken op het openbaar vervoer, in vliegtuigen, in openbare gebouwen, zelfs in de commissies van de Senaat. Ik herinner me dat het halfrond ooit een keer niet beschikbaar was voor een plenaire vergadering en de betreurde Frank Swaelen, toen voorzitter, de vergadering liet plaatsvinden in commissiezaal M. Onnadenkend stak ik daar een sigaret op, omdat ik dacht dat ik in de commissie zat, en hij tikte me onmiddellijk op de vingers, omdat in de plenaire vergadering niet mocht worden gerookt. Wie bij vrienden op bezoek ging, moest de vraag niet eens stellen. Men stak een sigaret op en de asbak stond klaar. Men mocht overal roken behalve als leerling in de klas – en geloof me, ik heb het geprobeerd – en in de kerk – dat heb ik nooit geprobeerd. We leven nu in een veranderde samenleving. Roken kan nog maar op heel weinig plaatsen. Onze gewoonten zijn ook veranderd. Mevrouw de Bethune heeft er net naar verwezen. Vrienden bij wie ik op bezoek ga, breng ik zelfs niet in de verlegenheid door te vragen of ik een sigaret mag opsteken. Ik vraag automatisch naar de achterdeur, zodat ik in de tuin een sigaretje kan roken. |
Van bij het begin van mijn argumentatie heb ik het gezondheidsaspect aangehaald. Ik beweer hoegenaamd niet dat roken gezond is, voor wie dan ook. Ik heb er echter ook op gewezen dat heel wat andere dagelijkse bezigheden, zoals onbeschermde seks en met de wagen rijden, ook ongezond zijn, maar dat we ze tolereren vanuit het principe van de vrijheid. De ideale situatie voor mij is dat er keuzemogelijkheden zijn: rookvrije cafés voor de heer Ide en rokerscafés voor mij. Hij kan met mij meegaan, als hij dat wil, maar dat is dan zijn vrije keuze. Maar ik heb ook toegegeven dat die zelfregulering in de praktijk niet werkt. Dat we ook voor een andere methode kunnen kiezen dan het algemeen rookverbod, dat ging ik nu net uiteenzetten. Om te beginnen is er een evolutie aan de gang en het is niet alleen de wetgeving die de evolutie en de mentaliteit stuurt, het is ook de veranderende mentaliteit die de wetgeving stuurt. In dit geval moeten we de markt misschien wat meer tijd geven om aan het groeiende deel van de bevolking dat bewust en steeds bewuster niet rookt, de kans te geven op dat marktaandeel in te spelen. |
In 2010 zal er al een grote categorie van niet-rokerscafés bijkomen, bovenop die welke nu al bestaan. In 2010 komen de tavernes er bij die lichte maaltijden serveren, maar waar men ook gewoon kan binnenlopen om een pint te drinken en waar mogelijk ook een vergaderlokaal is. En dan zijn er de lokale volkscafés waarnaar mevrouw Lijnen al verwees en die vandaag al het water aan de lippen staat. Ik heb in Sint-Martens-Bodegem, een deelgemeente van Dilbeek, al cafés weten sluiten, omdat ze het door de crisis heel moeilijk kregen. Als daar nu ook nog een rookverbod bijkomt, dan zullen nog verschillende ervan de deuren moeten sluiten. |
Precies omdat mensen evolueren, is mijn eerste argument belangrijk. Er komt namelijk ook spontaan een vraag vanuit de horeca; het café van mijnheer Claes bijvoorbeeld is al rookvrij. Daarom precies hadden we de veranderende mentaliteit nog een tijd moeten laten spelen in plaats van onmiddellijk de voorhamer van het algemeen rookverbod boven te halen. We hadden nog een tijd fijnere instrumenten zoals fiscale stimuli of premies kunnen gebruiken om drankgelegenheden rookvrij te maken. De fractie van het Vlaams Belang vindt dat het ontwerp te drastisch is en dat een algemeen rookverbod, net als vandaag al in Frankrijk en Duitsland, op alle mogelijke manieren zal worden omzeild en genegeerd, met alle rechtsonzekerheid die dat meebrengt. Daarom zal onze fractie tegen het wetsontwerp stemmen. |