Uitgangspunten en voorstellen voor een alternatief lokaal sociaal beleid
Inleiding
Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het Lokaal Sociaal Beleidsplan (LSB) voor de komende zes jaar. Schepen voor Sociale Zaken, tevens voorzitter van het OCMW, organiseerde hiertoe een overleg tussen stadsdiensten, OCMW-diensten en sociale verenigingen. Er werden werkgroepen samengesteld. Elk van de werkgroepen nam een sociaal grondrecht voor zijn rekening. Drie thema’s dienden de aandacht te krijgen van alle werkgroepen, nl. diversiteit, vergrijzing en samenwerking en overleg. Dit alles leidde op 15 september tot een overlegmoment met alle betrokkenen, zowel politici , stedelijke en OCMW-diensten als derden. Merkwaardig genoeg werden op dit overlegmoment niet de teksten van de werkgroepen voorgesteld, maar slechts een powerpoint presentatie met enkele krachtlijnen van het toekomstig sociaal beleid. Op basis van deze presentatie werd iedereen gevraagd om binnen de drie weken opmerkingen en suggesties door te geven. Nadien wordt de versie van het LSB geschreven dat aan de OCMW- en gemeenteraad ter goedkeuring zal worden voorgesteld.
Algemene opmerkingen bij visie en uitgangspunten van het stadsbestuur
1. Dit is een socialistisch beleidsplan
Het viel van bij het begin op dat de mensen die actief aan de voorbereiding van het LSB meewerkten, niet representatief waren voor de volledige Antwerpse bestuursmeerderheid, laat staan voor de volledige Antwerpse bevolking. De ambtenaren en verenigingen in de sociale sector blijken nog steeds maatschappelijk links georiënteerd. SP.a en Groen kunnen op die manier duidelijk hun stempel op dit beleidplan drukken. Links monopoliseert het sociaal beleid in onze stad. Kanttekeningen vanuit andere politieke partijen werden negatief onthaald. Zo werd in de werkgroepen geregeld de verrechtsing van Antwerpen betreurd en was het de wil van de ambtenaren om met het LSB hiertegen te strijden. Of hoe een LSB niet als eerste bekommernis de armsten en meest behoeftige Antwerpenaren op het oog heeft, maar op een slinkse wijze de politieke meningen in de stad probeert te manipuleren. Het LSB is dan ook geen sociaal beleidsplan, maar vooral een socialistisch visiedocument op sociaal beleid. CD&V-N-VA en Open-vld hebben zich voor de zoveelste maal laten overtroeven. Beide partijen slaagden er nauwelijks in om zelf ook inhoudelijke accenten en prioriteiten in het LSB te leggen.
2. Belangrijke discussies worden uit de weg gegaan
Over een aantal maatschappelijke thema’s werd geen consensus bereikt. Die thema’s werden dan maar uit het LSB gehaald. Zo bleven onder meer volgende belangrijke vragen onbeantwoord:
- Hoeveel keer mogen mensen mislukken? Uiteraard geeft het OCMW mensen die om hulp komen vragen een aantal kansen om uit hun problematische situatie te komen. Indien mensen daar echter niet op ingaan, kan er dan beslist worden om sommige mensen niet langer te helpen?
- Hanteren we een individueel of een maatschappelijk schuldmodel? Zijn hulpbehoevende mensen het slachtoffer van hoe de maatschappij georganiseerd wordt of treffen zij zelf ook schuld aan hun situatie?
- Hoe groot is het draagvlak inzake solidariteit? Een groot deel van de Antwerpse bevolking is het niet eens met het opengrenzenbeleid waarbij steeds meer behoeftige en zieke mensen via immigratie (volgmigratie, regularisatie, gezinshereniging) naar onze stad komen omdat het sociale zekerheidssysteem en de gezondheidszorg hier beter is, met de laksheid tegenover illegalen, met de concentratie van onaangepaste vreemdelingen,… Hoe gaan we daarmee om? Moet een sociaal beleid niet gedragen worden door een grote meerderheid van de bevolking?
- Wat zijn de middelen die we vanuit de stad aan sociaal beleid willen spenderen? Een grootstad als Antwerpen trekt alsmaar meer hulpbehoevende mensen aan, maar krijgt niet op een evenredige manier middelen van de hogere overheden om de opvang en hulpverlening naar behoren te organiseren. Kunnen we hogere overheden op de consequenties van hun wetten en decreten wijzen? Hoe doen we dat?
Deze discussies zullen de komende zes jaar allicht niet meer gevoerd worden. De ambtenaren gaan immers – onder goedkeurend oog van de SP.a – door met het opstellen van het sociaal beleidsplan zonder rekening te houden met deze belangrijke inhoudelijke vragen. Deze opmerkingen en vragen kwamen dan ook van vertegenwoordigers van CD&V-N-VA, Open-vld en Vlaams Belang. Vragen en opmerkingen die de socialistische principes tegenspreken worden op die manier vakkundig uit het LSB gehouden.
3. Financieel plaatje ontbreekt volledig
Indien de voorstellen in het LSB allemaal de komende zes jaar gerealiseerd moeten worden, zal dit bijkomende financiële middelen vergen. Over de financiële kost van het beleidsplan wordt echter in alle talen gezwegen. Dit is nochtans een belangrijke premisse voor het slagen van het sociaal beleid. Het OCMW heeft – volgens Monica De Coninck – sowieso al 20 miljoen euro per jaar nodig om de stijging van de werkings- en personeelskosten het hoofd te kunnen bieden. Deze 20 miljoen houdt geen rekening met eventuele nieuwe taken die het OCMW in het kader van het LSB zou moeten vervullen. Hoeveel wil de stad naast de stadsbijleg voor het OCMW nog betalen voor sociaal beleid? Dit is volstrekt onduidelijk.
In het meerjarenplan dat het stadsbestuur in juli ll. voorstelde, was er alvast geen sprake van een nieuwe financiële injectie voor het sociaal beleid in onze stad. De meerjarenplanning voorziet enkel de indexering van de OCMW-stadsbijleg en een vergrijzingsindex van 1,5% per jaar. Het is echter op dit moment onduidelijk hoeveel deze vergrijzingsindex bedraagt en waarvoor die concreet zal gebruikt worden. Het is eveneens onduidelijk wat de investeringsruimte is. Het OCMW heeft geen geld om bijkomend te investeren. Hoeveel wil de stad spenderen? De voorstellen die nu gedaan worden, zijn window-dressing zolang het financieel plaatje niet ingevuld wordt. Het zou niet de eerste keer zijn dat een beleidsplan vol beloften wordt geschreven, waarvan nadien amper iets in huis komt. Er is op dit moment geen enkele garantie dat dit plan ook uitgevoerd kan worden. Zelfs de bouw van 2000 nieuwe serviceflats in Antwerpen (nochtans in het bestuursakkoord ingeschreven) werd nog niet becijferd. Nochtans kwam dit onderwerp al uitgebreid in de media. Het Vlaams Belang betwijfelt of het LSB wel realistisch en uitvoerbaar is, gelet op de prioriteiten die het stadsbestuur in de meerjarenplanning heeft gelegd.
Bij de voorstelling van het LSB op 15 september zei de burgemeester dat hij voorstander is van een inclusief sociaal beleid waarbij elke schepen impact heeft op het sociaal beleid. Dit zijn de woorden, waar blijven de daden? De burgemeester verwees bij wijze van voorbeeld naar investeringen in stadsontwikkeling als determinerend voor het Antwerps sociaal beleid. Bedoelt hij daarmee dat alle financiële middelen die besteed worden aan stadsontwikkeling, sport, cultuur, jeugd enz. ook moeten beschouwd worden als investeringen in sociaal beleid? Het is allemaal onduidelijk. Het Vlaams Belang wil van het stadsbestuur weten hoeveel geïnvesteerd wordt in armoedebestrijding, vereenzaming en het precair wonen in onze stad, m.a.w. de kernopdrachten van het sociaal beleid. Op basis van een realistisch en op voorhand berekend financieel plaatje kunnen dan concrete maatregelen genomen worden.
4. Diversiteit versus inburgering
Diversiteit vormt een rode draad doorheen het LSB. Het LSB stelt (zoals het bestuursakkoord) dat “diversiteit een opportuniteit kan zijn, mits een doordacht diversiteitsbeleid en diversiteitsmanagement, mits er voldoende basisafspraken worden gemaakt (vb. wederzijds respect) en mits er aandacht gaat naar conflictbeheersingâ€. Over inburgering lezen we in het LSB niets. Er wordt zelfs niet verwezen naar de verplichtingen waaraan volgens het Vlaams decreet moet worden voldaan inzake inburgering. En dat is een bewuste keuze van het stadsbestuur. Het stedelijk diversiteitsbeleid komt in de praktijk neer op het organiseren van de verdere islamisering van onze stad. Het stadsbestuur streeft ernaar om van de islam een belangrijk deel van het stedelijk sociaal weefsel te maken. De islam krijgt steeds meer een vaste plaats binnen de socialistische samenleving die burgemeester Janssens en co voor Antwerpen willen. Dat het islamvriendelijke diversiteitsbeleid niet gedragen wordt door een meerderheid van de autochtone bevolking houdt de SP.a niet tegen. Erger is dat ook hier CD&V-N-VA en Open-vld geen enkel verzet tonen. In het LSB wordt het diversiteitsbeleid verder uitgewerkt en geconcretiseerd.
5. Geïmporteerde derde wereld boven vierde wereld
De schepen voor Sociale Zaken opteert ervoor om diversiteit en vergrijzing als een rode draad doorheen het LSB te laten lopen. Daardoor komen twee doelgroepen beter uit de verf in het plan: de allochtonen en de senioren. De extra aandacht voor allochtonen gaat echter ten koste van de vierde wereld, de Antwerpse/Vlaamse kansarme gezinnen die vaak in achtergestelde buurten van onze stad moeten zien te overleven in moeilijke omstandigheden. Uiteraard maken ze deel uit van de doelgroep van het LSB, maar daar waar in elk hoofdstuk verwezen wordt naar extra maatregelen voor immigranten, is dat amper zo voor de vierde wereld gezinnen. Op de wereld armoededag (op 17 oktober) werden dan wel opgeknoopte lakens uitgehangen aan het stadhuis en zullen zondag op het De Coninckplein weer dure eden gezworen worden. In de praktijk worden de vierde wereldgezinnen echter nog altijd stiefmoederlijk behandeld. En dat zal met dit LSB niet veranderen. De prioriteiten liggen elders … bij de allochtonen! Het beleidsplan is op maat van allochtonen en senioren gemaakt, niet van kansarme autochtone gezinnen. De vierde wereld krijgt te weinig aandacht in het LSB.
6. Recht op veiligheid ontbreekt als sociaal grondrecht
Het stadsbestuur gaat uit van zeven sociale grondrechten die voor iedereen zouden moeten gegarandeerd zijn: recht op wonen, rechtshulp en schuldbemiddeling, middelen, gezondheid, sociale cohesie/ruimte voor ontmoeting, dienstverlening, zinvolle activiteit (cfr. bestuursakkoord). In het LSB zijn dit er zelfs tien geworden. Jeugdwerk, onderwijs en vrije tijd werden er aan toegevoegd.
Het Vlaams Belang verbaast er zich over dat het recht op veiligheid niet opgenomen is bij de grondrechten van de Antwerpenaar. Als de Antwerpse bevolking van de overheid al iets mag vragen, dan is het om veilig te kunnen leven, wonen en werken. Wat heeft een burger aan recht op vrije tijd, als hij ’s avonds de straat niet meer opdurft. Wat doen we met het sociaal grondrecht ‘sociale cohesie’ als het stadsbestuur toelaat dat jonge criminelen en vandalen vrijspel hebben in onze stad?
Het handhaven van sociale rechten is onlosmakelijk verbonden met het recht op veiligheid. Het stadsbestuur heeft in het kader van het LSB de mond vol over “inclusief beleidâ€, maar koppelt er niet de juiste conclusies aan. Veiligheid, properheid, aanpak van overlast, de illegalenproblematiek en sociaal beleid vormen samen het leefbaarheidsbeleid dat Antwerpen broodnodig heeft. Het Vlaams Belang wil alle leefbaarheidsaspecten bijeen brengen in een geïntegreerd leefbaarheidsplan.
Uitgangspunten en prioriteiten Vlaams Belang
1. Realistisch beleid met primaire aandacht voor kerntaak armoedebestrijding
Het Vlaams Belang wil afstappen van het luchtkastelenbeleid van het stadsbestuur en pleit voor een realistisch sociaal beleid voor de komende zes jaar. De kansarme en behoeftige Antwerpenaar heeft geen boodschap aan ronkende verklaringen over sociale grondrechten en gelijke kansen voor iedereen in een stad die van iedereen is. Die Antwerpenaar wil concrete veranderingen vaststellen. Daarvoor is het LSB zoals het nu voorgesteld werd, geen goed uitgangspunt. Bovendien legt het foute prioriteiten. Het stadsbestuur wil op alle fronten actief zijn en maakt daarom te weinig keuzes. Moeten we middelen investeren in de vrijetijdsbeleving van mensen terwijl ze geen dak boven hun hoofd hebben en op een wachtlijst staan bij de dienst schuldbemiddeling? Moeten we senioren goedkope musicaltickets geven terwijl ze ’s avonds niet meer durven buitenkomen en op een wachtlijst staan voor een serviceflat? Het LSB wil alles doen, maar zal niets realiseren. Het is het zoveelste luchtkasteel van Janssens en de SP.a. Ze beloven de hemel op aarde, maar in werkelijkheid gaat alles veel trager vooruit dan ze zelf voorstellen.
Niettegenstaande een gigantisch budget en personeelsbestand slaagt het OCMW er amper in om haar belangrijkste kerntaak – nl. de bestrijding van de armoede – naar behoren te vervullen. We hebben het dan over de schrijnende armoede bij sommige éénoudergezinnen met kinderen, waarbij vooral de kinderen veroordeeld zijn tot generatiearmoede. Of de nog talrijke vereenzaamde bejaarden die met hooguit een levensminimum het hoofd moeten bieden aan ziekte, slechte huisvesting, enz. Deze mensen vinden we niet terug in de dienstencentra of in de serviceflats. Zelfs die drempel is nog te hoog. De dienstencentra worden tegenwoordig al te vaak gemonopoliseerd door ‘betere’ senioren die er goedkoop eten en gebruik maken van de faciliteiten en aangeboden activiteiten. De echte armen vallen door de veel te grote mazen van het Antwerps sociaal net. We zeiden het al, het is op dit moment niet de prioritaire bekommernis van het OCMW-bestuur om die verborgen armoede aan te pakken. Verborgen armoede en vereenzaming moet opgespoord worden. Het helpen en begeleiden van die doelgroep moet een kerntaak van het OCMW zijn.
Het Antwerps OCMW faalt in de bestrijding van de meest tragische armoede en de oorzaken ervan. In feite interesseert ‘links’ zich niet in die categorieën van medeburgers. Ze zijn niet electoraal lonend, voor geen enkele partij trouwens. Dit in tegenstelling tot de groeiende allochtone gemeenschap in onze stad. De aandacht en hulp die naar de allochtone gemeenschap gaat, is wel lonend voor ‘links’ en vooral de SP.a. Daarom kiest ‘links’ ook voor dit sociaal beleid met aandacht voor diversiteit en komen er amper middelen vrij om de verborgen armoede en de vereenzaming te bestrijden.
2. Grondige evaluatie nut sociale projecten moet leiden tot nieuwe prioriteiten
Het LSB houdt teveel rekening met het sociaal (socialistisch?) middenveld. Een hoop gesubsidieerde sociale verenigingen en dure sociale projecten moeten kost wat kost verder gesubsidieerd worden. We hebben de indruk dat het LSB méér op maat gemaakt is van de sociale organisaties in de stad, van de straathoekwerkers, de pleinbegeleiders, de interculturele medewerkers, enz. dan van de behoeftige, broze, kansarme en oude Antwerpenaar. Wil men aan de toenemende noden van de hulpbehoevenden in onze stad verder kwalitatief tegemoetkomen, zal men moeten snoeien in het veel te grote aanbod aan sociale voorzieningen en overlappingen binnen de sociale sector. Meer politie op straat vindt het stadsbestuur geen optie, maar ondertussen heeft elke straat wel zijn sociale helper, werker of begeleider. De weinige concrete resultaten die deze mensen boeken, staan absoluut niet in verhouding met de subsidies die hen toegekend worden. De meeste in onze stad actieve sociale werkers wonen trouwens niet in de stad, laat staan in de moeilijke buurten waar ze werken.
Het sociaal beleid in onze stad mag niet langer een tewerkstellingsbeleid voor sociale werkers allerhande blijven, maar een beleid dat de Antwerpenaar centraal stelt. Bij de voorbereiding van het LSB viel op hoeveel ambtenaren en derde organisaties het sociaal beleid vorm geven op maat van hun eigen wensen. Dat er geen draagvlak bij de bevolking is voor hun voorstellen laat hen koud. De primaat van de politiek moet het halen op de wensen van allerlei uitvoerende organisaties.
3. Hogere overheden moeten hun verantwoordelijkheid nemen
Het stedelijk bestuursniveau zal de problemen van de grootstad niet alleen de baas kunnen. Hiervoor is het noodzakelijk dat ook de hogere overheden hun verantwoordelijkheid nemen. Het Vlaams Belang pleit voor een sociaal kerntakendebat waarin duidelijk omlijnd wordt welke overheid wat doet. Sociale huisvesting en werkgelegenheid zijn volgens ons bij uitstek Vlaamse aangelegenheden. Het is de Vlaamse overheid die inzake professionele activering en inzake optimalisering van de sociale huisvesting in de hele Antwerpse regio in eerste instantie zijn verantwoordelijkheid zal moeten nemen.
Wat de immigratie en de illegaliteit in onze stad betreft, dringt het Vlaams Belang er bij de federale overheid op aan dat alle maatregelen die ze bij wet oplegt, ook financieel ten laste vallen van de federale overheid. Dringende medische zorg voor illegalen, opvang en begeleiding van tijdelijk geregulariseerden, enz. betekenen een bijkomende belasting voor het stedelijk en OCMW-personeel. De inzet van bijkomend personeel noodzakelijk om deze federale taken uit te voeren zijn ten laste van de stedelijke overheid. Het Vlaams Belang wil dat de federale overheid zelf personeel betaalt om haar laks immigratiebeleid uit te voeren. Het OCMW-personeel kan door de grotere werkdruk minder tijd besteden aan de reguliere klanten.
4. Dringend kerntakendebat OCMW voeren
Het Antwerps OCMW leeft al decennia boven zijn stand. Er moet dringend een kerntakendebat gevoerd worden om vast te leggen wat het OCMW nog moet doen en wat beter door anderen zou gedaan worden. Momenteel bereidt het OCMW de verzelfstandiging van de RVT’s voor. Met ZNA heeft men gezien dat op vrij korte termijn spectaculair betere resultaten kunnen geboekt worden zonder het OCMW. Met de RVT’s kan allicht eenzelfde resultaat bereikt worden. Het is voorlopig nog onduidelijk voor welke nieuwe structuur zal gekozen worden. Het Vlaams Belang is alvast voorstander van de verzelfstandiging van de Antwerpse OCMW RVT’s.
Monica De Coninck zegt dat het Antwerps OCMW de laatste jaren al heel wat bespaard heeft en dat nieuwe besparingen niet meer mogelijk zijn. Dat is niet zo. Er is de voorbije jaren vooral aan het talrijke disfunctioneren gewerkt. De organisatie en controle binnen het OCMW was immers een gigantische puinhoop. Dankzij de externe audits wordt aan het disfunctioneren gewerkt, maar er is nog een lange weg af te leggen. Buiten het feit dat er wat eenmalige verkoopoperaties van eigen patrimonium plaatsvonden, is er structureel niet bespaard. Het Vlaams Belang wil er bij de federale overheid in ieder geval op aandringen dat hulp aan tijdelijk geregulariseerden, asielzoekers, volgmigranten en illegalen met federaal personeel en federale werkingsmiddelen zou gebeuren. Het Vlaams Belang wil dat er met de Vlaamse overheid onderhandeld wordt over de professionele activering van leefloontrekkers. Het werkgelegenheidsbeleid is een typisch Vlaamse aangelegenheid. Het Antwerps OCMW heeft momenteel een duizendtal sociaal tewerkgestelden in dienst. Sociale tewerkstelling moet door de Vlaamse overheid georganiseerd en betoelaagd worden.
Sportieve en culturele activiteiten aanbieden aan kansarme Antwerpenaren is geen kerntaak van het OCMW. Deze taak (grondrecht ‘recht op vrije tijd’) moet overgenomen door het departement cultuur en sport van de stad.
5. Sociaal beleid voor eigen volk eerst
Inburgeringsbeleid i.p.v. islamvriendelijk diversiteitsbeleid
In het LSB is geen sprake van inburgeringsplicht. Er wordt geen enkele maal verwezen naar het inburgeringsdecreet en de consequenties voor het sociaal beleid in de stad. Het Vlaams Belang wil het islamvriendelijk diversiteitsbeleid van het stadsbestuur vervangen door een verplicht inburgeringsbeleid. Wie weigert zich aan te passen, onze taal te leren en onze leefgewoonten en wetten te aanvaarden, kan niet op dezelfde manier zijn rechten opeisen. De overheid heeft het recht om een aantal voorwaarden aan de hulpverlening te koppelen. Wil tot inburgering en tot het aanvaarden van onze normen en waarden is voor het Vlaams Belang een absolute voorwaarde om hulp van de gemeenschap te kunnen ontvangen.
Aanmoedigen van de vrijwillige terugkeer van allochtonen
Er verblijven in Antwerpen steeds meer allochtonen, op dit moment al méér dan 26% van de Antwerpse bevolking. Ten gevolge van de witte stadsvlucht en de grote immigratietoevloed is de bevolkingssamenstelling drastisch aan het wijzigen. Vele duizenden allochtonen zijn gekomen na een huwelijk of via gezinshereniging. Bij de groep allochtonen die in Antwerpen verblijven zijn er ongetwijfeld een heel aantal die bereid zijn om vrijwillig terug te keren mits tijdelijke ondersteuning. Het Vlaams Belang pleit voor initiatieven die een vrijwillige terugkeer aanmoedigen. Dit gebeurt het best op federaal niveau via de budgetten van ontwikkelingssamenwerking. Maar ook via de stad kunnen projecten ondersteund worden die een terugkeer van allochtonen (vooral dan naar Marokko) kunnen vergemakkelijken.
Illegalenproblematiek onmiddellijk aanpakken
Volgens realistische schattingen van het Vlaams Belang, van de Antwerpse politie en van de voormalige schepen voor Veiligheid verblijven er 25.000 à 30.000 illegalen in onze stad. In Antwerpen zijn er evenveel illegalen als de stad Mortsel inwoners telt. De illegalen vormen een tiende Antwerpse district. De aanwezigheid van zoveel illegalen ontwricht het stedelijk samenleven, verhoogt de criminaliteit en verlaagt de leefbaarheid in de stad. De federale overheid treft hier de meeste schuld. De paarse regering heeft de problematiek van de uitgeprocedeerde asielzoekers of van de illegale zwartwerkers nooit aangepakt. De grootsteden zijn hiervan het belangrijkste slachtoffer. Maar ook de stedelijke overheid heeft zijn verantwoordelijkheid terzake niet opgenomen. De politie mag van de burgemeester geen gerichte controles naar illegalen in de stad voeren. Wil de stad een efficiënt sociaal beleid voeren voor de armsten van ons volk, zal tegelijkertijd een actief opsporingsbeleid t.a.v. illegalen gevoerd moeten worden.
In het bestuursakkoord staat dat “de stad van iedereen is die legaal in de stad woontâ€. Het Antwerps sociaal beleid geldt dus ook enkel voor wie legaal in de stad woont. Het Vlaams Belang voegt er een bijkomende voorwaarde aan toe, nl. de vreemdelingen die om hulp vragen moeten niet enkel legaal in onze stad wonen, maar ook bereid zijn om zich aan te passen aan onze normen en waarden. De islam hoort daar bijvoorbeeld niet bij.
Enkele concrete voorstellen van het Vlaams Belang
1. Strijd tegen vereenzaming en verborgen armoede opvoeren
De strijd tegen vereenzaming en verborgen armoede dient permanent aandacht te krijgen. Er wordt hiervoor een beroep gedaan op vrijwilligers die bereid zijn om armen, ouderen en zieken te bezoeken en te begeleiden. Er dient echter ook voldoende OCMW-personeel ingezet te worden om de verborgen armoede op te sporen. Er moet een meldpunt zijn (kan het sociaal infopunt zijn) waarop vereenzaming, marginalisering of verborgen armoede kan gesignaleerd worden. Gerichte opsporing van verborgen armoede is eveneens mogelijk via consultatie van de Kruispuntenbank Sociale Zekerheid, o.m. om te achterhalen wie er niet beschikt over het bestaansminimum.
In elke wijk van de stad moet actief gezocht worden naar verborgen armoede. De X-stra controles zijn in feite al verdoken sociale controles hoewel ze oorspronkelijk anders bedoeld waren, nl. om illegalen op te sporen. Vanaf nu herdopen we X-stra tot A-stra: Armoede straat per straat aanpakken. Het project ‘Aandacht voor Senioren’ wordt uitgebreid. Ook de wijkagent of de huisarts kunnen een signaalfunctie hebben. Via de dienst bevolking wordt maandelijks een lijst opgemaakt van mensen die hun partner verloren hebben. Die mensen worden door een medewerker van het OCMW bezocht.
2. Huur- en verwarmingstoelages optrekken
Mensen die buiten hun wil om in zware financiële nood geraken en een uitkering nodig hebben, wil het Vlaams Belang een verhoogde huur- en verwarmingstoelage ter beschikking stellen. Zowel de huurprijzen als de energieprijzen gaan in stijgende lijn en vormen dikwijls een moeilijk te dragen kost. Het moet gaan om mensen die minstens vijf jaar legaal in onze stad wonen. Bij diezelfde groep mensen kan ook de waterfactuur een probleem gaan vormen. De energiecel moet in de toekomst ook de problemen met waterfacturen (vanaf volgend jaar zal het aantal onbetaalde facturen spectaculair stijgen) aanpakken. Voorbereidingen dienen hiertoe nu reeds getroffen te worden.
3. 200 bijkomende opvangplaatsen voor daklozen
Er is een lichte stijging van het aantal daklozen die zich melden bij de daklozencel van het OCMW. De daklozenorganisaties in Antwerpen wijten de stijging van het aantal daklozen aan de stijging van de huurprijzen. Het Vlaams Belang durft dit te betwisten. Er zijn andere oorzaken voor de prijsstijgingen in het goedkopere woonsegment.
Teveel goedkopere woningen in de stad worden op dit moment ingepalmd door asielzoekers en illegalen. Indien er in Antwerpen zou voor gezorgd worden dat er minder illegalen gehuisvest zijn en indien de federale regering eindelijk werk zou maken van het stopzetten van de dumping van asielzoekers – toegewezen aan andere gemeenten – in Antwerpen, zou de woonproblematiek niet zo groot zijn en zouden de prijzen in het goedkopere woonsegment een stuk lager liggen, of op zijn minst minder snel stijgen. Tevens zijn de randgemeenten van Antwerpen mee verantwoordelijk voor het hoge aantal daklozen in de stad. In sommige randgemeenten zijn er amper of geen sociale woningen, waardoor kansarmen (waaronder de daklozen) sowieso naar de stad moeten trekken. Van opvang van daklozen in de randgemeenten is er al helemaal geen sprake. De stad moet die last haast alleen dragen.
Er is in Antwerpen een structureel tekort aan (nacht)opvang. Het Vlaams Belang pleit voor 200 bijkomende opvangplaatsen voor daklozen.
4. Geen islamisering van onze RVT’s
Monica De Coninck droomt nu al van de omvorming van de huidige OCMW-RVT’s in multiculturele rusthuizen. Dit is niet wenselijk. In de praktijk zal dit immers betekenen dat onze Antwerpse rusthuizen geleidelijk aan zullen islamiseren. De eisen die de islamieten in de rusthuizen zullen stellen, zullen immers van die aard zijn dat niet-islamieten zich zullen moeten aanpassen aan de islamitische regels en gebruiken. Bovendien zijn vele bejaarde allochtonen het Nederlands niet of amper machtig.
Het Vlaams Belang verzet zich tegen multiculturele rusthuizen en wil de Antwerpse oudjes een rustige dag in de Antwerpse RVT’s bezorgen. Het Vlaams Belang verzet zich dan ook tegen multiculturele experimenten zoals het IGLO-project op Linkeroever, waarbij een RVT naast de Chicagoblok wordt gebouwd. Een RVT moet in een rustige omgeving gelegen zijn. Ouderen moeten in de hun vertrouwde omgeving hun laatste jaren kunnen doorbrengen. Het moet dan ook steeds mogelijk blijven dat RVT-directies mensen weigeren die zich niet kunnen aanpassen aan de geldende regelgeving in de RVT’s. De islamitische gemeenschap kan ook steeds beslissen om een eigen rusthuis op te richten (privé-initiatief zonder overheidssteun). Ook de bouw van een rusthuis in Marokko kan overwogen worden (in het kader van ontwikkelingssamenwerking).
5. 400 bijkomende RVT bedden in Antwerpen
Volgens de Vlaamse programmeringscijfers kan de stad Antwerpen op haar grondgebied nog 400 bijkomende RVT-bedden creëren. Deze moeten er zo snel mogelijk komen, desnoods via privé initiatief. Het aantal personen op de wachtlijsten voor de OCMW-rusthuizen neemt immers gestadig toe. In augustus waren er 400 wachtenden. Er moet dringend een overleg komen met de Vlaamse regering over de invulling van 400 bijkomende RVT-bedden in Antwerpen. De vraag zal de komende jaren immers niet dalen, maar stijgen. De Vlaamse regering komt maar tergend langzaam met geld over de brug.
6. Serviceflatplan: zowel bijkomende huur- als koopflats
Monica De Coninck heeft zeer slecht gecommuniceerd aangaande de zogenaamde 2000 serviceflats die het stadsbestuur de komende zes jaar wil bijbouwen in Antwerpen. Ze heeft doen uitschijnen dat het om koopflats zou gaan. Senioren zouden een woonrecht van 20 jaar voor 100.000 euro kunnen kopen bij het OCMW. Het plan kwam uitgebreid in de pers, maar in de praktijk staat het dossier nog nergens. Er werd ondertussen berekend dat het OCMW op eigen gronden via uitbreidingen van haar eigen patrimonium 980 serviceflats zou kunnen bouwen. Voor de andere 1000 serviceflats zullen dus nieuwe gronden moeten aangekocht worden. Desnoods kunnen ze ook bekomen worden via afspraken of ruiloperaties met de stad of Vespa. Op dit moment is volstrekt onduidelijk hoeveel middelen het stadsbestuur vrijmaakt voor dit project. Duidelijk is wel dat de investeringsruimte van het OCMW op dit moment zeer beperkt is.
Monica De Coninck heeft van het college slechts groen licht gekregen voor de bouw van zoveel serviceflats als ze er kwijt kan via het nieuwe systeem van woonobligaties. Dit heeft voor gevolg dat er een belangrijke kansarme groep senioren in de kou blijft staan, namelijk diegenen die niet in staat zijn om 100.000 euro neer te tellen om een serviceflat te kopen. Zij zullen ook in de toekomst op een wachtlijst moeten blijven staan. Het Vlaams Belang blijft aandringen op een algemeen serviceflatplan waarbij zowel nieuwe koopflats als nieuwe huurflats worden voorzien. Slechts dan zal aan de noden van alle Antwerpse senioren kunnen voldaan worden. Ter info: momenteel staan er 5806 senioren op de wachtlijst voor een serviceflat.
7. Aangepaste woningen voor senioren
Het aandeel senioren in de bevolking bedraagt 25%. Vele senioren kunnen nog geruime tijd in hun woning verblijven als de nodige aanpassingswerken kunnen uitgevoerd worden. Een stedelijk team dient in het leven geroepen te worden om deze aanpassingen uit te voeren aan een redelijke prijs. Een stedelijke premie wordt voorzien om een deel van de kosten te vergoeden.
8. Garanties voor betaalbare en leefbare sociale huisvesting
Het is in de eerste plaats een taak van de Vlaamse overheid – en niet van het OCMW – om te voorzien in voldoende sociale huisvesting. De stad heeft echter meer dan een voet binnen bij de lokale sociale huisvestingsmaatschappijen. Binnen het Vlaamse wettelijke kader dienen de sociale huisvestingsmaatschappijen door een gezond toewijzingsbeleid en een gematigde prijszettingspolitiek te garanderen dat de sociale huisvesting betaalbaar én leefbaar blijft.
De ongecontroleerde instroom van pas geïmmigreerde vreemdelingen die slechts een minimumhuurprijs betalen, wat zorgt voor minder ontvangsten bij de sociale huisvestingsmaatschappijen, leidt er immers toe dat huisvestingsmaatschappijen prijsverhoging na prijsverhoging doorvoeren om uit de rode cijfers te blijven. De Vlaamse sociale huurder mag hiervan echter niet de dupe zijn. Voor nieuwe huurcontracten moeten sociale huisvestingsmaatschappijen zich engageren om – buiten de indexaanpassingen – geen eenzijdige verhogingen van de basishuurprijs meer door te voeren.
Een Antwerpse Woonraad wordt opgericht met als voornaamste opdracht in samenwerking met het OCMW, de stedelijke diensten en de politie te bemiddelen bij conflicten tussen huurders en verhuurder en asociale huurders voor een bepaalde periode te begeleiden.
9. Eén loket principe optimaliseren
Elke gemeente moet volgens het decreet LSB beschikken over een sociaal huis. Antwerpen heeft – gelet op de grootte van de stad – geopteerd om te werken met sociale infopunten. Het één loket principe mag daardoor echter niet in het gedrang komen. Slechts weinige sociale infopunten zijn momenteel al in werking en ze zijn niet zo zichtbaar. Er is dus nog een lange weg af te gaan. Het Vlaams Belang is het ook niet eens met de keuze van de locaties van de sociale infopunten. Sommige lokale infopunten zijn gevestigd in kantoren van de CM en De Voorzorg. Dit is geen voorbeeld van laagdrempelige, neutrale dienstverlening van de overheid. Sociale infopunten mogen enkel in overheidsgebouwen functioneren. Ook de dienstverlening via internet dient snel geoptimaliseerd te worden.
Om permanente aanspreekbaarheid in geval van noodsituaties (bijv. inzake huisvesting) te garanderen, wil het Vlaams Belang dat één centraal aanspreekpunt 24u op 24u /7 op 7 bereikbaar is om door te verwijzen naar gepaste noodhulp (kan de Blauwe Lijn zijn indien voldoende bemand).
10. Controle en Inspectiedienst OCMW uitbreiden
Het grootste OCMW van Vlaanderen beschikt over welgeteld twee inspecteurs. Die zijn er gekomen na lang aandringen van het Vlaams Belang, maar ook omdat de aanwijzingen van fraude en zwartwerk groter werden. Deze dienst moet uitgebreid worden. Er is nood aan minstens drie ploegen per dag die in wisselende shifts kunnen werken. De OCMW-controleurs moeten in de toekomst nauwer samenwerken met de wijkteams van de lokale politie en de wijkagenten.
11. Registratie van illegalen die in contact komen met OCMW, ZNA en stedelijke diensten
Het Vlaams Belang pleit voor de registratie van illegalen die op een of andere manier in contact komen met het OCMW. Hulp aan illegalen moet uiteraard beperkt blijven tot dringende medische hulp. Het medisch toerisme moet ten strengste bestreden worden. Deze maatregelen kaderen in de actieve opsporing van illegalen in onze stad.
12. Betere toegankelijkheid voor personen met een handicap
In het LSB dienen ook concrete maatregelen opgenomen te worden ten voordele van de toegankelijkheid van de stedelijke infrastructuur voor mensen met een handicap. In samenwerking met de ‘Stedelijke Adviesraad voor personen met een handicap’ dient hiertoe een actieprogramma opgesteld te worden. Tevens dienen er voldoende middelen te zijn om woningen beter toegankelijk te maken voor personen met een handicap.
13. Grondige evaluatie besteding grootstedelijke middelen
Een grootstad als Antwerpen is een aantrekkingspool voor financieel zwakkere en hulpbehoevende medemensen. Men merkt dat de grote immigratietoevloed naar de steden dit fenomeen alleen maar versterkt. Dit vergt bijzondere aandacht en steun van de hogere overheden. Het Vlaams Belang was niet te spreken over de manier waarop het stadsbestuur de invulling van de nieuwe overeenkomst in het kader van het Vlaams Stedenfonds aangepakt heeft. Ook hier geldt blijkbaar dat alle projecten van de zes voorgaande jaren gewoon doorgaan. Een grondige evaluatie van de verdeling van de Vlaamse grootstedelijke middelen was bij het begin van een nieuwe legislatuur op zijn plaats geweest. Het Vlaams Belang dringt daar nog steeds op aan. De middelen van de hogere overheid moeten efficiënt gebruikt worden. Het Vlaams Belang pleit verder voor de defederalisering van het stedenbeleid. Het is voor Antwerpen geen goede zaak gebleken dat een Waalse PS minister de voorbije jaren besliste over hoe de federale middelen voor Antwerpen besteed moesten worden.
14. Invoeren Antwerpse stadscode
Het stadsbestuur zegt met het LSB het actief burgerschap te willen aanmoedigen. Het LSB gaat ook uit van de verantwoordelijkheid van de hulpvrager. Nergens in het plan staat echter beschreven hoe het stadsbestuur de burgerzin en de zin voor verantwoordelijkheid daadwerkelijk wil aanwakkeren. Het Vlaams Belang wil een stadscode invoeren waarin duidelijke afspraken worden gemaakt tussen alle Antwerpenaren over wat kan en niet kan in Antwerpen. In deze stadscode worden een aantal algemene regels en richtlijnen opgenomen die het samenleven tussen alle stedelingen bevorderen. De stadscode dient een duidelijk waarden- en normenreferentiekader te creëren waaraan iedere inwoner van Antwerpen zich dient te houden.
15. Antwerpen, drugsvrije stad
Het thema drugs ontbreekt volledig in het LSB. Dit vinden wij niet kunnen. Drugsgebruik is schadelijk en leidt dikwijls tot verslaving en tot ernstige samenlevings-, gezondheids- en financiële problemen. De stad Antwerpen doet aan drugshulpverlening via SODA (Stedelijk Overleg Drugs Antwerpen). De middelen voor preventie en hulpverlening zijn onvoldoende. De opvangcentra voor drugsverslaafden zijn bovendien teveel geconcentreerd in Antwerpen-Noord wat in deze veelgeplaagde en drukbevolkte buurt voor nog meer overlast zorgt. Het Vlaams Belang wil dat een degelijk preventiebeleid wordt uitgewerkt en dat een degelijk zorgcircuit wordt uitgebouwd. Indien drugsverslaafden voor overlast zorgen moeten ze verplicht een ontwenningskuur volgen in een gesloten opvangcentrum.
16. Sociale maatregelen voor ongewenst zwangere vrouwen met respect voor het ongeboren leven
Een samenleving die opkomt voor verdraagzaamheid en tegen discriminatie, maar toestaat dat ongeboren kinderen in de moederschoot gedood worden, is op zijn minst hypocriet. Het Vlaams Belang heeft zich steeds tegen abortus en euthanasie verzet. Het leven moet vanaf het prille begin – de conceptie dus – tot de natuurlijke dood als volwaardig beschouwd en verdedigd worden. Recht op leven is een belangrijk mensenrecht. Het besef dat het leven begint bij de conceptie is omwille van jarenlange desinformatie en linkse propaganda bij vele mensen niet meer aanwezig. Het Vlaams Belang wil daarom op alle beleidsniveaus een inhaalmanoeuvre inzetten en initiatieven die bijdragen tot een groter respect voor het leven aanmoedigen en ondersteunen. Het Vlaams Belang denkt o.m. aan:
- de ruime verspreiding van een ‘infofolder voor het leven’;
- het aanbieden van vormingspakketten in de scholen, maar ook aan het dienstverlenend personeel van stad en OCMW;
- de stopzetting van welke overheidsondersteuning dan ook aan abortuscentra en aan instellingen en verenigingen die openlijk abortus en euthanasie promoten;
- het opstarten van een stedelijk hulpverleningsinitiatief voor ongewenst zwangere meisjes en vrouwen die ‘respect voor het leven’ als uitgangspunt heeft;
- ondersteuning en uitbreiding van palliatieve zorg in de stad.
17. Relatiebemiddeling: minder (v)echtscheidingen, meer gelukkige relaties
De relaties zijn niet meer zo duurzaam als vroeger. Wetswijzigingen en de tijdsgeest zorgen ervoor dat uit elkaar gaan en uit de echt scheiden veel gemakkelijker is geworden. Men staat echter te weinig stil bij de maatschappelijke consequenties van dit ‘Scheid er maar op los’-beleid. Vele éénoudergezinnen geraken in zware psychologische en financiële nood en moeten noodgedwongen hulp krijgen van de overheid. Dan spreken we nog niet over de gevolgen die gebroken relaties en echtscheidingen op de kinderen hebben. Het Vlaams Belang stelt daarom voor om relatiebemiddelaars in te schakelen. Dikwijls zijn relatieproblemen het gevolg van een slechte communicatie binnen het gezin. Sommige echtscheidingen – en de financiële drama’s die er op volgen – kunnen op die manier vermeden worden. Het redden van de relatie, de vriendschap tussen de partners wordt bij de relatiebemiddeling beklemtoond en niet het vergemakkelijken of begeleiden van de scheiding. Ons sociaal beleid stelt het traditioneel gezin centraal en wil de gezinnen ook maximale ontplooiingskansen geven.