Alweer een nutteloze resolutie
In de senaat worden zeer vaak resoluties ingediend, die vooral bedoeld zijn om applaus te oogsten, maar die volkomen nutteloos zijn. De resolutie om onderwijs een hogere prioriteit te geven bij het verlenen van humanitaire hulp is daar een voorbeeld van. Niemand kan daar toch tegen zijn? We hebben dat goedgekeurd, maar Anke Van dermeersch wees op het gebrek aan realiteitszin in die tekst. Noodhulp is bedoeld voor rampsituaties, zoals orkanen en overstromingen. Dan moet het redden van mensenlevens de eerste prioriteit zijn. Dan moet men op héél korte termijn voor voedsel, medicijnen en drinkwater zorgen. Maar zelfs daarvoor zijn dikwijls niet voldoende transportmiddelen beschikbaar. In zo’n situatie over noodschooltjes beginnen, is gewoon onrealistisch. En dat zo’n schooltjes bescherming zouden bieden tegen milities die kindsoldaten ronselen, is al helemaal waanzinnig. Gaan schooljuffrouwen die milities misschien tegenhouden? Daarvoor zijn gewapende soldaten nodig. Maar dat past natuurlijk niet in de pacifistische droomwereld waaruit zo’n resoluties voortkomen.
Voorstel van resolutie betreffende de opname van onderwijs als expliciete doelstelling bij humanitaire hulp (van de heer Ludo Sannen c.s.; Stuk 5‑2119)
Bespreking
Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). – Ik ben in het algemeen geen voorstander van voorstellen tot resolutie. Het opnemen van onderwijs als expliciete doelstelling bij humanitaire hulp is echter iets waar niemand tegen kan zijn. Onze fractie zal de tekst goedkeuren, maar ik heb toch een aantal opmerkingen.
Het voorstel is immers echter alleen logisch in een louter theoretische wereld. In de echte wereld is de aanbeveling niet realistisch en wellicht gedoemd om dode letter te blijven. Onderwijs is natuurlijk uiterst belangrijk, maar in echte noodsituaties is het redden van mensenlevens prioritair.
Als voorbeeld verwijs ik naar de Filipijnen, die vorig jaar door de orkaan Haiyan getroffen werden. In een eerste fase kon toen alleen in de kustgebieden grootschalige humanitaire hulp worden geboden, terwijl zulks niet mogelijk was voor de tienduizenden slachtoffers in het binnenland. Er was geen voedsel beschikbaar, geen drinkwater, geen medische hulp en in de beginfase waren er zelfs geen helikopters om de goederen die wel beschikbaar waren, ter plaatse te krijgen. Kortom, de humanitaire hulp kwam heel moeilijk op gang. Duizenden mensen in de geïsoleerde dorpen in het binnenland kregen pas hulp toen een Amerikaans vliegdekschip met helikopters aan boord ter plaatse was gekomen.
In zo’n context zouden dan, overeenkomstig de tekst die voorligt, noodschooltjes moeten worden ingepast. Ik denk dat men dan niet goed inschat wat humanitaire hulp in zo’n rampgebied precies is. Is er wel voldoende besef van de logistieke problemen die in zo’n situatie rijzen? Er moeten in zo’n situatie gewoon zoveel mogelijk mensenlevens worden gered en zoveel mogelijk gewonden worden verzorgd en er moet geprobeerd worden het uitbreken van epidemieën te voorkomen. Dat is wat ik versta onder noodhulp.
In zo’n situatie over schooltjes beginnen “zeuren”, staat volgens mij gelijk aan het leggen van de verkeerde prioriteiten. Scholen zou ik onderbrengen bij ontwikkelingshulp0 veeleer dan bij noodhulp.
De tekst argumenteert onder meer dat die schooltjes de kinderen zouden beschermen tegen milities of krijgsheren die hen willen rekruteren als kindsoldaat. Het probleem van de kindsoldaten is uiteraard groot, maar geen enkele hulpverlener of schooljuf kan zo’n militie tegenhouden. In dergelijke gevallen bestaat de enige oplossing in het sturen van gewapende westerse troepen, die geweld mogen gebruiken tegen milities die kindsoldaten rekruteren, desnoods zonder mandaat van de Verenigde Naties. Maar dat is wellicht een stap te ver voor de pacifistische indieners van de resolutie.
Onderwijs is belangrijk maar is een langetermijnproject dat pas na vele jaren vruchten afwerpt. Wanneer humanitaire noodhulp moet worden geboden, zijn er andere prioriteiten die voorrang hebben, zoals zoveel mogelijk mensenlevens redden.
Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). – Als humanitaire hulp in oorlogsgebieden voor de fractie van Vlaams Belang zo prioritair is, vraag ik me af waarom die fractie zich niet heeft geschaard achter de resolutie die een grote meerderheid van de Senaat al meer dan een jaar geleden heeft goedgekeurd om Syrië te helpen.
Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). – Resoluties zoals die welke vandaag voorligt, zijn een slag in het water. Ze vormen maar een aanbeveling die tot stand gekomen is binnen een praatbarak die de huidige Senaat is geworden, maar brengen absoluut geen zoden aan de dijk. Dat belet uiteraard niet dat humanitaire hulp zeer belangrijk is.
Deze resolutie gaat zeer specifiek over onderwijs en humanitaire hulp. Ik denk dat onderwijs veeleer met ontwikkelingssamenwerking moet worden gecombineerd. Dat humanitaire hulp louter dient om mensenlevens te redden, kan ik niet genoeg benadrukken. Wie palavert over onderwijs en de combinatie daarvan met humanitaire hulp, heeft het niet over het redden van mensenlevens. Drinkwater en voedsel, daarop heeft iedereen hoe dan ook recht.