B-H-V: opnieuw onderhandelen is opnieuw prijs betalen
Jean-Luc Dehaene is aangesteld als diegene die de gesprekken rond de institutionele hervormingen en meer in het bijzonder het dossier B-H-V tegen Pasen moet rond hebben.
Van Jean-Luc Dehaene is geweten dat hij altijd al gepleit heeft voor het globaal behandelen van de staatshervorming en B-H-V. Onderhandelen over B-H-V betekent in de eerste plaats dat Vlaanderen hoe dan ook een prijs zal moeten betalen. Dit gaat regelrecht in tegen het Vlaams regeerakkoord van 2004, waarin het principe “onverwijlde splitsing zonder prijs†stond ingeschreven, en dat in de bijlage van het huidige Vlaams regeerakkoord is overgenomen.
Dat Dehaene eerst de partijvoorzitters op één lijn moet krijgen over een onderhandeld akkoord over B-H-V, betekent eens te meer dat de parlementaire democratie buitenspel wordt gezet. Het parlement mag slaafs uitvoeren wat de partijvoorzitters hebben beslist.
Voor het Vlaams Belang is het uitgesloten dat welke prijs dan ook betaald wordt voor de perfect legitieme eis die de splitsing van B-H-V is. Ook is het ondenkbaar dat men via een zogenaamde noodwet voor één verkiezing terugkeert naar de oude arrondissementele kieskringen, waardoor de juridische bezwaren van het Grondwettelijk Hof zouden wegvallen. Dit is je reinste politieke onzin, want ook dan is B-H-V niet gesplitst. Voor het Vlaams Belang moeten de splitsingsvoorstellen gewoon in het parlement gestemd worden.
De bal ligt voor het Vlaams Belang nu in het kamp van het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering. Zij kunnen, in het kader van het “assertief†beleid in het kader van het Vlaams regeerakkoord, ervoor zorgen dat “alle wettelijke instrumenten†gebruikt worden om welke toegeving dan ook die op het federale niveau zou worden voorgesteld, te blokkeren.