Dit is een verkiezingsbegroting
Het Vlaamse begrotingstekort 2022 was 1,1 miljard, maar dit zonder de Oosterweelwerken en het relanceprogramma Vlaamse Veerkracht. Inclusief deze beiden projecten is het Vlaamse tekort immers veel groter, nl. 2,245 miljard.
Het tekort in Vlaanderen voor dit jaar (2023) wordt momenteel geraamd op 3,067 miljard en 3,683 miljard voor 2024.
De Vlaamse regering beweert dat er in 2027 een begrotingsevenwicht zal zijn.
Dit is niet zo omdat de regering impliciet een begrotingsevenwicht bedoelt van het “saldo t.o.v. de evenwichtsdoelstelling” en dat is dus zonder rekening te houden met de kosten van Oosterweel en het relanceprogramma.
De waarheid wordt dus geweld aangedaan aangezien enkel het ESR-vorderingensaldo ertoe doet, namelijk het evenwicht volgend het Europese Systeem van Rekeningen (ESR). Dit is een internationaal compatibel boekhoudkundig raamwerk voor een systematische en uitvoerige beschrijving van een totale economie.
Een evenwicht in 2027 is enkel, volgens de Vlaamse regering mogelijk met hun “saldo” en niet in ESR.
Dit is bewuste verwarring die de Vlaamse regering zaait.
Wanneer de minister-president zegt: “We gaan naar een evenwicht in 2027” dan is dat gewoon niet waar. In 2027 is er een ESR-tekort. Punt uit. Hoeveel? Dat zullen we pas kunnen inschatten bij de nieuwe Meerjarenraming die de Vlaamse regering presenteert in oktober.
Het is juist dat er, door de opeenvolgende crisis, budgettaire uitgaven zijn geweest. Door de hoge inflatie was er evenwel ook een inflatiebonus van ruim 2 miljard, die gewoon werd besteed aan de Uitgavendrift van deze Vlaamse regering.
Had deze bonus bespaard geweest, dan was het beeld nu anders.
Precies door die hoge inflatie en de daaruit volgende inflatiebonus, was er een unieke kans om de begroting, pijnloos, op het spoor te zetten. Die kans werd niet benut.
De begroting voor 2024 graaft nieuwe putten. Dat is weerom de Uitgavendrift die deze Vlaamse regering typeert.
En een tekort van 3,683 miljard op 58,12 miljard is 6,33%. Dat is stevig!
Dit komt overduidelijk deels door de nieuwe initiatieven die “cadeautjes” zijn voor de achterban; het kopen van de kiezer.
Maar ook en vooral door de structuur van de uitgaven. Zowel de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen als Rekenhof spraken al meermaals van een “structureel tekort” van 2 – 2,5 miljard. Dat is er nog steeds en het groeit.
Tot slot dient nog opgemerkt te worden dat de minister-president in zijn regeringsverklaring bij het aantreden van deze Vlaamse regering in 2019 sprak van een evenwicht in 2021. Dat werd dan in de loop van deze regeerperiode bijgesteld tot 2023 en daarna tot 2024. Nu is het 2027, maar we kunnen nu al vaststellen dat het niet 2027 zal zijn als dit beleid verdergezet wordt.
Het zijn niet de premies voor elektrische wagens of een tegemoetkoming op de energiefactuur zijn die de begroting ruineren of saneren. Het probleem is dat er structurele uitgavenstromen zijn opgestart en die stoppen is niet populair en vergt een sterk beleid in de toekomst.