Tewerkstelling van personen met een handicap in de reguliere arbeidsmarkt
Tussenkomst in Senaat op 10 oktober 2017
Voorstel van resolutie voor een evenredige tewerkstelling van personen met een handicap in de reguliere arbeidsmarkt (stuk 6-319)
Ik deel ten volle de bekommernissen die in de resolutie worden geuit met betrekking tot de moeilijkheden die gehandicapten hebben om aan werk te geraken. Ondanks alle goede intenties, ondanks alle engagementen, en zelfs ondanks alle wettelijke bepalingen, slagen de overheden van dit land er niet in de zelf opgelegde quota te halen voor wat betreft de tewerkstelling van gehandicapten. Mijn partij heeft in dat verband al herhaaldelijk de vinger op de wonde gelegd, en ik ben dan ook tevreden dat met deze resolutie het probleem wordt onderkend, met zoveel woorden ook wordt benoemd, en men er ook iets wil aan doen.
Deze resolutie handelt voor een stuk ook over de tewerkstelling van gehandicapten in de private sector, waar zich eveneens een probleem stelt. Dat is een moeilijk probleem omdat we hier met de vrijheid van ondernemen te maken krijgen. Ik denk dat we daar als overheid dan ook vooral stimulerend te werk moeten gaan, waarvoor in de resolutie een aantal aanzetten worden gegeven.
Zoals zo vaak hier in de Senaat heb ik echter een probleem met de staatkundig-institutionele insteek in deze resolutie, met name met het pleidooi voor een interfederale aanpak en meer interfederale samenwerking. Het gebrek aan een interfederale aanpak is niet het probleem dat zich stelt wanneer we het over de ondermaatse tewerkstelling van gehandicapten hebben; de oorzaken daarvan liggen elders. In het verleden werden een aantal bevoegdheden aan de deelstaten toevertrouwd, onder meer op het vlak van gehandicaptenzorg en tewerkstelling, juist om hen een beleid te laten voeren op hun eigen maat en volgens eigen noden en inzichten. Voor het Vlaams Belang moet deze verleende autonomie worden gerespecteerd, want anders dreigen we in een scenario terecht te komen waarbij de bevoegdheden die de deelstaten langs de voordeur hebben gekregen, hen langs de achterdeur opnieuw worden ontnomen, of dat ze minstens op dat vlak in hun mogelijkheden worden beknot. Dat is niet zoals wij het zien.
Onze conclusie is dus de volgende: dit probleem moet wat het Vlaams Belang betreft zeker worden aangepakt. Gehandicapten staan per definitie zwakker op de arbeidsmarkt, het zijn onze mensen en het behoort dus tot onze verantwoordelijkheden om daar iets aan te doen. Wij zijn het dan ook eens met het gros van de maatregelen die in deze resolutie staan, maar voor ons dient ieder bestuursniveau op dat vlak zijn verantwoordelijkheden te nemen, met respect voor ieders autonomie op dat vlak. Omdat dit laatste aspect in deze resolutie naar onze mening al te veel met voeten wordt getreden, zullen wij ons onthouden